Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde
subline-curl
Abonneer gratis op Petrus Magazine

Mijn mooiste lied: 'De liederen van Barnard blijven geloofwaardig'

Welk lied dat je in de kerk zingt, raakt je het meest? Voor ds. Klaas Touwen is dat gezang 446, van de dichter Willem Barnard. “Zingen was een levensnoodzaak voor Barnard. Hij kon alleen maar zingend geloven. Zingen is voor hem – en ook voor mij – toe-eigening van het heil.”

O Jezus, hoe vertrouwd en goed

“Geloof heb ik van mijn vader en moeder meegekregen. Daar herinneren de woorden ‘vertrouwd en goed’ mij aan. Ik denk dan aan mijn kinderjaren, hoe het geloof tot mij is gekomen.”

Uw naam die mij geloven doet

“Als je me vraagt: wat gelooft u, dan vind ik dat geen fijne vraag. Geloven is niet ‘dat’, of ‘wat’. Dat zet het veel te veel op afstand. Geloven is een attitude, een houding. 
Geloven ín, daar gaat het om. Geloven is vertrouwen, het leren liefhebben van Gods schepselen. Ik ben trouwens niet zo van de overtuiging dat Jezus een brave hendrik was. Ik wil ook niet reconstrueren wat voor historisch persoon Hij was. De evangeliën zijn niet bedoeld als documentaire, denk ik.
Ik kan niet zeggen wanneer ik begon te geloven. Ik ben met gelovige ouders opgegroeid, het geloof is nooit weggeweest. Ik heb wel geleerd dat het geloof niet in mij zit, geloof is mij te groot. Het omgeeft mij. De Bijbelse zegswijze ‘Sta vast in het geloof’ duidt voor mij op een ruimte waarin ik sta.
Dat geloof komt niet uit mijzelf, het is een gave van God. Als het mij bij de kladden pakt, ben ik gered. Dat zingt dit lied met de zin ‘Uw naam die mij geloven doet’.
Vooral als ik die naam zing, heb ik er fiducie in. Maar voor de rest: ik met mijn lek en gebrek ben een vergiet, het geloof loopt er aan alle kanten uit. Ik heb het altaar nodig om brood en wijn te ontvangen – die doen mij geloven. Zo zag Willem Barnard liederen ook: als sacramenten.”

‘God is een mysterie dat je niet kunt benoemen of verklaren’

Zolang Gij nog onzichtbaar zijt, 
een zon diep in de nacht, 
roep ik uw nadering reeds uit 
omdat ik U verwacht.

“De liederen van Barnard worden nergens vroom, ze blijven geloofwaardig. Dat zie je hier ook. God is niet aanwijsbaar, Hij is een mysterie dat je niet kunt benoemen of verklaren. Barnard roept hier de nádering van God uit, meer niet. Ik geloof niet dat deze strofe te maken heeft met de wederkomst. Ik weet ook niet of ik daarin geloof. Ik denk niet lineair of in tijdlijnen. 
Een cruciaal woord voor mij is ‘uitroepen’. Abraham bouwde een altaar en riep toen de naam van de Heer uit, niet ‘aan’. Barnard zei: ik geloof niet in ‘de aangeroepene’, wel dat Hij mij roept. God aanroepen kan ook bijgeloof worden. De stem die mij ‘erbij roept’, die is wél betrouwbaar.
Tegelijk zie ik om me heen dingen gebeuren die mij kwetsbaar maken, dat drukt op mij. In de kerk probeer ik mijn verlegenheid, verdriet of ontzetting te delen met gemeenteleden. Door samen te bidden bijvoorbeeld.
Hoe ik aan niet-gelovigen uitleg waar ik in geloof, vraag je me. Ik zie andere mensen niet als ‘niet-gelovigen’. We kunnen ook niet zeggen dat God bestaat zoals een tafel bestaat. God bestaat niet, Hij heeft wel wat beters te doen zeg ik dan. Wie zegt dat God bestaat, heeft Hem daarmee bijgezet in zijn eigen wereldbeeld. Dat is net zoiets als spreken over ‘je geloof uitdragen’. Een lijk draag je uit, niet je geloof!
Wat ik verwacht is niet ‘Jezus’ wederkomst’, maar dat de liefde over mij vaardig wordt. Als je dat bij jezelf merkt, dat is het komen van Christus.”

‘Barnard zag liederen als sacramenten’

Als eens mijn eigen adem stokt 
dan draagt mij uw muziek.

“Deze zin hoop ik van harte mee te zingen als ik in mijn kist lig bij mijn uitvaart. Zo eigen is deze zin mij, dit is echt hoe ik het geloof beleef, en hoe ik denk over het leven na dit leven. Wat blijft is de muziek. Voor Luther was muziek niets minder dan een schepping Gods. 
Afgelopen zomer overleed mijn moeder. Ik sta daardoor meer stil bij de eindigheid van het leven. Maar ik zeg nu al: ik heb een mooi leven gehad. Ik ben buitengewoon gelukkig met mijn kinderen en mijn vrouw. Ik ben dankbaar met wat ik in mijn leven heb mogen doen, dankbaar voor alle schoonheid die ik gezien heb.
Voor Willem Barnard was zingen een levensnoodzaak. Met de adem die hij hier noemt, bedoelde hij de heilige Geest. Die is – in de vorm van je adem – het eerste wat tot je komt wanneer je als baby de plooitjes van je longen uitvouwt voor de eerste ademtocht. Het is ook het laatste wat je doet, wanneer je je laatste adem uitblaast. Barnard kon alleen maar zingend geloven. Zingen is voor hem – en ook voor mij – toe-eigening van het heil.”

Ds. Klaas Touwen (65) woont in Ede en is predikant voor de Nederlandse Kerk in Duitsland (NKID). Hij gaat voor in Nederlandse gemeenten in Frankfurt, Karlsruhe, Stuttgart en München. Samen met zijn vrouw leeft hij mee met de Evangelisch-Lutherse Gemeente Ede, die aangesloten is bij de Protestantse Kerk in Nederland. Met medeauteur Gerda van de Haar bracht hij onlangs een driedelig overzicht uit van alle liederen van dichter Willem Barnard (1920-2010), In wind en vuur. De uitgave, die alle liederen voorziet van een uitgebreide toelichting, telt ruim 2000 pagina’s.
skandalon.nl/shop

Elke week de nieuwste gebeden in je inbox

Ontvang de wekelijkse nieuwsbrief

Tekst: Auke Schouwstra | Beeld: Eljee Bergwerff

Was deze informatie zinvol?
We hebben uw feedback ontvangen, dankuwel!

Om deze pagina verder te verbeteren zijn wij benieuwd waarom u deze pagina wel of niet zinvol vond. U kunt ons helpen door de onderstaande vragen in te vullen.

Mogen we je contactgegevens voor eventuele verdere vragen? (niet verplicht)