“Daar wil ik ooit op kunnen spelen”, zei Martijn Borsje toen hij als 6-jarig jongetje met zijn ouders de Dom van Salzburg met zijn vijf orgels bezocht. Die wens kwam uit. Op zijn 14e begeleidde hij al kerkdiensten, in 2019 studeerde hij af aan het Rotterdams Conservatorium en nu is Martijn Borsje (28) kerkmusicus in Dordrecht, Lexmond en Leerdam. Daarnaast heeft hij een lespraktijk voor orgel en piano met 50 leerlingen. Hij woont in Leerdam, samen met zijn vrouw Marieke en dochter Lieke, en is lid van de protestantse wijkgemeente Kerk aan de Linge.
Scroll naar beneden voor de hele tekst van het lied 'Aan U behoort, o Heer der heren'.
De steile bergen, koele meren, het vaste land, de onzekere zee
“Deze zin heeft iets spannends, met die ‘steile bergen’. De ‘koele meren’ maken het weer rustgevend. ‘Het vaste land, de onzekere zee’, daar spreekt contrast uit. Op het land ben je veilig, daartegenover staat de zee. Een van mijn hobby’s is duiken. Ik heb dat op Curaçao en Sint Maarten gedaan, maar ook in Nederland. Als je in het Grevelingenmeer op 6 meter diepte bent, is het een donkere leegte. Dat is heel indrukwekkend om mee te maken. Je ziet geen hand voor ogen, daardoor voel je je heel klein.
Vorig jaar was ik in Schotland, je komt daar veel meren en bergen tegen. Het is prachtige, ongerepte natuur. Wat is de schepping mooi gemaakt, denk ik dan. Ik verbind dat ook met God. Ik maak overdag vaak mee dat er liedteksten of melodieën in mijn hoofd opkomen als ik iets moois in de natuur zie of iets meemaak. Zeker in Schotland zie je goed hoe de Schepper aan het werk is geweest. Zelf noemde Jan Wit dit lied ook een parafrase op het begin van Psalm 24: een loflied op de schepping.
In het eerste couplet van dit lied zitten veel tegenstellingen. Die probeer ik als organist ook muzikaal weer te geven. Zeker bij een lied met meerdere coupletten verander ik vaak de harmonie. De melodie blijft hetzelfde, maar ik zet er andere akkoorden onder zodat het spannender klinkt. Wat ik speel ondersteunt zo de tekst. Dat vergroot de beleving van het lied, het voorkomt dat het saai wordt.
De melodie van dit lied gaat al eeuwenlang mee, vanaf 1690. Het zit ritmisch goed in elkaar. Zo’n lied begeleid ik graag. De kwartsprongen in de melodie – een afstand van vier noten – geven het een stuwend karakter. De wendingen nodigen uit om te zingen, je wordt door die sprongen letterlijk naar het hoogtepunt van de melodie gebracht.”
Een tuin bloeit rond het open graf
“Jan Wit verwijst hier naar het graf van Jezus in de hof van Jozef van Arimatea. De bloemen rond het graf maken duidelijk dat het leven dicht bij de dood is. Dat het graf open is duidt op de opstanding. Het is een krachtig beeld dat ook rauwe kanten heeft. Dat mag je als lieddichter ook best verwoorden, vind ik. Want God zegt ook waar het op staat. Wat je in de kerk zingt, hoeft niet allemaal blij en vrolijk te zijn.
Bij andere liedstromingen kan het karakter van een lied vaak rechtlijnig zijn of maar één aspect bezingen. Als je ziet hoeveel elementen in dit lied naar voren komen, heeft dat voor mij een grote waarde. Teksten die gaan over de dood of het graf mogen ook gezongen worden. De dood heeft niet het laatste woord.”
De zorgeloze vogels melden dat Gij uw schepping niet vergeet
“Hoe klein een vogeltje ook is: God ziet ernaar om. Ik zie hier ook een verwijzing in naar Matteüs 6 waarin Jezus zegt: wees niet bezorgd! We hebben een grote God die ook voor kleine vogeltjes wil zorgen. Hij zorgt voor hen en dus ook voor ons. Dat geeft me een veilig gevoel. Pas zag ik hoe een jong eendje uit het ei kwam: met een speciale lamp kun je in het ei het eendje al zien bewegen. Het eitje wordt netjes rondom opengepikt. Dan ben ik echt weer onder de indruk van Gods schepping.
Ik herken me in de zorgeloze vogels, ik ben zelf geen tobber, ik sta positief in het leven. Mijn generatie ervaart wel veel druk. Je moet bijvoorbeeld hard werken om een huis te kunnen betalen. Ik ken ook wel leeftijdsgenoten die het moeilijk hebben of depressief zijn. Een lied als dit kan je bemoedigen en uitzicht geven. Er zijn veel liedteksten die je zo’n boodschap meegeven, die je zorgen verlichten en je weer op weg helpen.”
Met open ogen, open oren
“Ik vind het bijzonder dat de dichter van dit lied, Jan Wit, zelf blind was. Terwijl hij in veel van zijn liedteksten juist verwijst naar ‘licht’ en naar ‘zien’. Ook in deze tekst heeft hij dus echt iets van zichzelf gelegd.
Mij leert deze zin dat het goed is om naar God te blijven luisteren. ‘Om al uw tekens te verstaan’ – zelf kijk ik dan het eerst naar de schepping. Om me heen zie ik natuurlijk ook de ellende, de oorlogen. Maar die zijn niet door Hem gewild, God keurt dat niet goed. Mensen hebben een vrije wil gekregen, die gebruiken ze helaas ook hiervoor.
Open ogen en open oren helpen ook in de omgang met elkaar. Goed naar elkaar luisteren, respectvol met elkaar omgaan. Niet alleen op jezelf gericht zijn maar blijven opletten: zijn er mensen om me heen die iets nodig hebben? Als christen ben je niet alleen met jezelf bezig, je zorgt ook voor mensen die het minder hebben. Voor mij is de kern van wat God ons te zeggen heeft: in liefde met elkaar omgaan.”
Omdat de hemel mij begroet
“Bij die laatste zin past een andere manier van begeleiden: brede akkoorden, majeure klanken en hoge tonen. Het zijn elementen vanuit het donker naar het licht, die je een hemels gevoel geven. De muziek tilt je als het ware op. Op zo’n moment kun je soms ook een glimp van de hemel zien. Voor mij staan woord en toon in een dienst op gelijke hoogte. Niet voor niets staat in Psalm 22 dat God troont op de lofzangen van zijn volk.”
Lied: Aan U behoort, o Heer der heren
Aan U behoort, o Heer der heren,
de aarde met haar wel en wee,
de steile bergen, koele meren,
het vaste land, de onzekere zee.
Van U getuigen dag en nacht.
Gij hebt ze heerlijk voortgebracht.
Gij roept het jonge leven wakker,
een tuin bloeit rond het open graf.
Er ruisen halmen op de akker
waar zich het zaad verloren gaf.
En vele korrels vormen saam
een kostbaar brood in uwe naam.
Gij hebt de bloemen op de velden
met koninklijke pracht bekleed.
De zorgeloze vogels melden
dat Gij uw schepping niet vergeet.
’t Is alles een gelijkenis
van meer dan aards geheimenis.
Laat dan mijn hart U toebehoren
en laat mij door de wereld gaan
met open ogen, open oren
om al uw tekens te verstaan.
Dan is het aardse leven goed,
omdat de hemel mij begroet.
Tekst: Jan Wit
Melodie: Hamburg 1690 – ‘Wer nur den lieben Gott lässt walten’ (2)
© Interkerkelijke Stichting voor het Kerklied (tekst)