Al 86 jaar is Mienke de Goederen uit Culemborg op aarde. Wat heeft het leven haar geleerd en wat wil zij meegeven aan anderen?
“Af en toe duizelt het me wat we tegenwoordig allemaal weten en kunnen. Dankzij de wetenschap is er zóveel ontdekt dat ook oude waarheden aan het wankelen gaan. Veel mensen nemen bijbelverhalen met een korrel zout. Maar hoe meer we ontdekken, hoe meer ik me juist verwonder. Dat er een planeet ís zoals de aarde, bijvoorbeeld.
Ook al zijn er steeds meer verschillende opvattingen, we mogen elkaar de ruimte geven. Het gaat er niet om hoe ruim of strikt je de bijbelverhalen neemt, maar hoe je als mens bent. Het komt aan op die eenvoudige opdracht: heb je naaste lief als jezelf. Dat betekent ook dat je jezelf moet leren kennen. Tot eer van God leven uit zich voor mij in respect voor de natuur en je medemens.”
Platgebombardeerd
“Ik ben in 1937 geboren op een boerderij in Meeuwen, in het Land van Heusden en Altena, als tweede van een groot gezin van zeven meisjes en twee jongens. De eerste jaren van de oorlog merkten we als kinderen nog niet zoveel van de bezetting. We hadden wel onderduikers in huis, en in 1943 werden er Duitse soldaten gelegerd in ons dorp. In oktober 1944 moesten we vluchten voor het naderende front. We gingen naar de ouders van mijn moeder in de Haarlemmermeer. Met 36 mensen zaten we op de boerderij van mijn grootouders. Door de hongerwinter kwamen er dagelijks mensen uit Amsterdam aan de deur om eten vragen. Hoe oma alles regelde, is mij een raadsel. Toen we na de bevrijding terugkwamen in ons dorp bleek dat de boerderij platgebombardeerd was. Mijn ouders moesten alles dus letterlijk van de grond af weer opbouwen. De eerste drie jaar woonden we bij andere mensen.
Ik had na de hbs wel medicijnen willen studeren. Maar mijn oudere zus was al voor haar opleiding het huis uitgegaan. Ik was pas 16, volgens mijn moeder te jong voor een studentenbestaan in een grote stad. Ook was daar de financiële ruimte niet voor. Uiteindelijk ben ik als juffrouw gaan werken.”
Geleend
“Mijn man Anne en ik leerden elkaar kennen bij het jeugdwerk van de hervormde kerk. Anne woonde en werkte in Woerden. Omdat we vlakbij, in Linschoten, wilden gaan wonen, solliciteerde ik daar bij de lagere school. Als vrouw tekende je in die tijd bij je benoeming nog voor ontslag uit vaste dienst als je zou trouwen - nu ondenkbaar! Toch zijn we getrouwd. Binnen een jaar werd ons eerste kind geboren.
We hebben nu vier zonen, één hebben we geleend uit een ander gezin. Vanwege zijn thuissituatie zeiden wij ooit: ‘Hij mag wel een paar weken komen logeren.’ Dat werd uiteindelijk wonen. We hebben het ouderschap altijd gedeeld met zijn biologische ouders. Die kwamen wekelijks op bezoek, onze andere kinderen zeiden ook papa en mama tegen hen.
‘We wilden onze kinderen laten opgroeien met zorg voor de wereld om hen heen’
Jarenlang kwam er regelmatig ook een parttime pleegdochter logeren. De band met haar is altijd gebleven. Ze heeft vijf kinderen, voor wie wij de rol van opa en oma gekregen hebben. Daarnaast hebben we ook nog drie bonuskleinkinderen en een ‘echt’ kleinkind.”
Utopie
“We wilden onze kinderen laten opgroeien met zorg voor de wereld om hen heen. We kozen bijvoorbeeld voor een autovrij leven, voor natuurlijke voeding, voor aandacht voor het milieu. ‘Wij zijn opgevoed voor een utopie’, zeiden onze jongens weleens. Maar ach, ik zie het bij hen allemaal weer terug: de een is heel sociaal, de ander heel milieubewust.
In onze kinderbijbel vroeger – van W.G. van de Hulst, met prachtige pentekeningen van Isings – stond één plaat die vooral indruk op mij maakte: de roeping van Samuel. Zelf heb ik nooit de stem van God gehoord, maar ik heb wel ervaren dat er een beroep op me gedaan werd. Dan gaat het erom: welke keuze maak je? Ik denk dat veel jonge mensen dat tegenwoordig lastig vinden omdat er zoveel te kiezen valt.”
‘Het komt aan op die eenvoudige opdracht: heb je naaste lief als jezelf’
Krabbertje
“We hebben de laatste tijd veel begrafenissen gehad. Ook vier van mijn zes zussen, met wie ik een goede band had, zijn er niet meer. Dat is verdrietig, ik kan er niet één missen. Maar ik word elke ochtend weer wakker. En dan kan ik nog steeds kiezen wat ik ga doen. Soms gaan we met een groep vrijwilligers voor Stichting Present een tuin of een schuur opruimen bij iemand. Lekker met een krabbertje in de grond wroeten, en daarmee mensen blij maken.”
Lees ook:
Tekst: Marusja Aangeenbrug | Foto’s: Nienke van Denderen