Mijn ziel maakt groot de Heer,
mijn geest verheugt zich zeer,
want God heeft mij, geringe,
die Hem als dienstmaagd dien,
goedgunstig aangezien;
en deed mij grote dingen.
Van nu aan, om wat Hij,
de sterke deed aan mij,
zullen mij zalig prijzen
alle geslachten saam,
want heilig is zijn naam,
Hij zal zijn trouw bewijzen.
Zijn arm verstoot met kracht
de groten uit hun macht,
de vorsten van hun tronen,
maar Hij maakt kleinen groot
en zal met overvloed
de hongerigen lonen.
Hij heeft het lang voorzegd:
aan Israël, zijn knecht
zal Hij genade schenken
en Hij zal Abraham
en al wie na hem kwam
in eeuwigheid gedenken.
Tekst: Muus Jacobse, bij Lucas 1:46-55
Melodie: Straatsburg 1539 – ‘De lofzang van Maria’
© maker
Zang: Joy Wielkens - zang
Arrangement, percussie, viool en bas: Frank van Essen
Gitaar: Allard Gosens
Altsaxofoon: Sjoerd Visser
Piano: Jan Willem van Delft
----
Toegelicht: Mijn ziel maakt groot de Heer
(door dr. Oane Reitsma, medewerker Spiritualiteit en Eredienst in de dienstenorganisatie)
Magnificat
Als Maria haar tante Elisabet begroet, springen de nog ongeboren kinderen (Johannes en Jezus, de engelen hebben hun namen al bekendgemaakt) in hun schoot op. Op dat moment begint Maria te zingen. Ze zingt een profetische lofzang. In het Latijn begint haar lied met ‘Magnificat anima mea Dominum’ (mijn ziel verheerlijkt de Heer). Vandaar dat dit lied ook vaak het Magnificat wordt genoemd. Van het Magnificat zijn vele liedversies te vinden, in het Liedboek bijvoorbeeld onder nummers 157a tot en met e.
Groten klein en kleinen groot
De lofzang van Maria lijkt in veel opzichten op teksten die in het Oude Testament door profeten worden uitgesproken. Ze bezingt een rechtvaardige wereld, waar de dingen worden omgedraaid. Mensen die macht hebben in deze wereld, zullen dan klein zijn. Vorsten zullen van hun tronen gestoten worden. Omgekeerd zullen mensen zonder aanzien gerechtvaardigd worden en aanzien krijgen, en hongerigen overvloed ervaren. Maria zingt dit omdat ze zelf ervaren heeft dat God haar, als onbelangrijk jong meisje, heeft gezien en gezegend met de verwachting van heel een bijzonder kind dat betekenis zal hebben voor heel de wereld.
Abraham
Aan het slot van de lofzang van Maria wordt de aartsvader Abraham genoemd. God zal alle mensen gedenken, zoals hij Abraham en het niet te tellen volk van de belofte dat uit Abraham voortkwam gedenkt. Abraham staat hier voor degenen wier namen in eeuwigheid herinnerd zullen worden. God zal niet vergeten.
Melodie
Deze versie van het Magnificat is wat melodie betreft afkomstig uit de enkele Bijbelliederen die aan de psalmen uit de omgeving van Calvijn waren toegevoegd, de Geneefse psalmen. Doorgaans wordt het Magnificat in avonddiensten (vespers) gezongen, maar bij uitstek kan het ook in adventsdiensten klinken, omdat de kerk met Maria in deze tijd de Mensenzoon verwacht.