God, schenk ons de kracht
dicht bij U te blijven,
dan zal ons geen macht
uit elkander drijven.
Zijn wij in U een,
samen op uw wegen
dan wordt ons tot zegen
lachen en geween.
Niemand kan alleen,
Heer, uw zegen dragen;
zegen drijft ons heen
naar wie vrede vragen.
Wat Gij schenkt wordt meer
naar gelang wij delen,
horen, helpen, helen, –
vruchtbaar in de Heer.
Vrede, vrede laat
Gij in onze handen,
dat wij die als zaad
dragen door de landen,
zaaiend dag aan dag,
zaaiend in den brede,
totdat in uw vrede
ons hart rusten mag.
God, schenk ons de kracht
dicht bij U te blijven,
dan zal ons geen macht
uit elkander drijven.
Zijn wij in U een,
samen op uw wegen
dan wordt ons tot zegen
lachen en geween.
Tekst: Dieter Trautwein – ‘Komm, Herr, segne uns’
Melodie: Dieter Trautwein
Vertaling: Ad den Besten
© Liedboek bv, Zoetermeer (vertaling)
© Strube Verlag, München (melodie)
----
Toegelicht: God, schenk ons de kracht
(door dr. Oane Reitsma, medewerker Spiritualiteit en Eredienst bij de dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk)
Lied bij het uiteengaan
Dit lied past het beste voor of na de zegen aan het einde van een kerkdienst of andere bijeenkomst. Het vraagt God om kracht te schenken en, ondanks dat we uiteengaan, toch één te blijven door de boodschap en missie die geklonken heeft eensgezind uit te dragen. Het is een lied van verbinding. Want waar we op Gods wegen één zijn, ontstaat er verbinding tussen mensen. Zij moeten zichzelf niet laten verdelen in de wereld – wat we zo vaak zien gebeuren.
Delen
Alleen als de van God ontvangen genade wordt verder gedragen, en niet blijft hangen in de kerk, heeft de wereld er iets aan. Hier ligt een opdracht voor de mensen aan het eind van de kerkdienst en bij het begin van hun dienst in de wereld. Het Woord is voor de wereld bestemd, dáár moet de zegen en vrede (uit)gedeeld worden. Dat Woord voor de wereld wordt hier bovendien als diaconale (of pastorale) opdracht ingevuld in het zo mooi allitererende ‘horen, helpen, helen’.
Lachen en geween
In de drie coupletten staan de woorden kracht, zegen en vrede centraal. Het laatste couplet is een letterlijke herhaling van het eerste en maakt de zegenboodschap letterlijk rond, in de prachtige slotzin: ‘dan wordt ons tot zegen lachen en geween’. Want heel ons mens-zijn is in Gods hand gevat, het mooie en het moeilijke. In dat alles mogen we gedragen zijn, wij persoonlijk en heel de wereld, door God en door elkaar.