Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde
subline-curl
Abonneer gratis op Petrus Magazine

Lied 538: Een mens te zijn op aarde

Lied 538 uit het Liedboek

Een mens te zijn op aarde
in deze wereldtijd,
is leven van genade
buiten de eeuwigheid,
is leven van de woorden
die opgeschreven staan
en net als Jezus worden
die ’t ons heeft voorgedaan.

Een mens te zijn op aarde
in deze wereldtijd,
is komen uit het water
en staan in de woestijn,
geen god onder de goden,
geen engel en geen dier,
een levende, een dode,
een mens in wind en vuur.

Een mens te zijn op aarde
in deze wereldtijd,
dat is de dood aanvaarden,
de vrede en de strijd,
de dagen en de nachten,
de honger en de dorst,
de vragen en de angsten,
de kommer en de koorts.

Een mens te zijn op aarde
in deze wereldtijd,
dat is de Geest aanvaarden
die naar het leven leidt:
de mensen niet verlaten,
Gods woord zijn toegedaan,
dat is op deze aarde
de duivel wederstaan.

Tekst: Willem Barnard, bij Matteüs 4,1-11
Melodie: Straatsburg 1545/Lyon 1547/Genève 1551 – Psalm 128
© Interkerkelijke Stichting voor het Kerklied, Den Haag (tekst)

-----

Toegelicht: Een mens te zijn op aarde

(door dr. Oane Reitsma, predikant van de Protestantse Gemeente Hilversum)

‘Als Jezus worden’

In het liedboek staan twee liederen met dezelfde beginregel. Dít lied, op een psalmmelodie, spiegelt het mens-zijn op deze aarde aan het leven van Jezus, de meest eigenlijke mens. Het lied is geschreven bij het verhaal van de verzoeking in de woestijn, waar Jezus op de proef wordt gesteld door de duivel en zo zijn eerste levenslessen leert. Het zegt: ‘Een mens te zijn op aarde is net als Jezus worden, die ’t ons heeft voorgedaan.’ (couplet 1)

Water en woestijn

Het verhaal van de verzoeking in de woestijn komt meteen na dat van de doop in de Jordaan. Vandaar de combinatie van de zinnen ‘een mens te zijn op aarde […] is komen uit het water en staan in de woestijn’. Jezus wordt hier niet geïdealiseerd, Hij is ‘geen god onder de goden’, geen engel. Anderzijds is Hij ook geen dier, maar een levende, tegelijkertijd een dode, een mens in wind en vuur – kortom: een mens dwars door het leven heen, zoals alle mensen dat zijn die het leven doorleven met alle morele vragen die daarbij komen kijken.

Niet over rozen

Geen mensenleven gaat over rozen. Geen mens ontkomt aan – couplet 3 somt het op – het ervaren van lieve vrede en harde strijd, hete dagen en donkere nachten, honger, dorst, letterlijk of geestelijk. Ieder mens worstelt met levensvragen en angstzweet, kommer, kwel en de koorts van het leven. Maar, zo lijkt het lied te willen zeggen, ook in al die momenten kunnen wij ons met Jezus identificeren. Hij ging ook door dat alles heen. Maar het liep niet op een dood spoor uit.

De Geest aanvaarden

Het 'als Jezus worden' uit het eerste couplet krijgt in het laatste couplet invulling. Het is open staan voor de Geest Gods die op Jezus bij zijn doop neerdaalde. Bij de doop aanvaardde hij een basis die door alle weer en wind van een mensenleven heen een ondergrens blijft: door zijn Geest erkent God hem als zijn Zoon. Een heel mensenleven is vatbaar voor erosie en kaalslag, maar de waardigheid kind van God te zijn is en blijft onaantastbaar, een eeuwigdurend verbond door leven én dood heen. En precies zo is openstaan voor Gods Geest, voor wat Jezus deed in de woestijn: de duivel wederstaan. Midden in het leven.

Op zoek naar mooie kerkliederen?

Op Petrus vind je een uitgebreid aanbod van liederen uit het Liedboek mét tekst en toelichting

Was deze informatie zinvol?
We hebben je feedback ontvangen, dankuwel!

Om deze pagina verder te verbeteren zijn wij benieuwd waarom u deze pagina wel of niet zinvol vond. U kunt ons helpen door de onderstaande vragen in te vullen.

Mogen we je contactgegevens voor eventuele verdere vragen? (niet verplicht)