In het geloof speelt vrijheid ook een belangrijke rol, maar anders dan in onze maatschappij. Er ligt vrijheid in het kind zijn van God, en het is de Geest van God die ons helpt om daaruit te gaan leven, zegt Paulus in Romeinen 8. De Eeuwige maakte eens Israël vrij om nooit meer slaaf te zijn, en Hij maakt ons, door Jezus Christus, vrij om nooit meer slaaf te zijn. Maar wij zijn niet, zoals het volk Israël, van nature Gods kinderen. Wij zijn niet zoals Jezus, Gods eigen Zoon. Wij zijn door God als zijn kinderen aangenomen, door adoptie zoons en dochters van onze hemelse Vader.
Dat is toch wel bijzonder. Van adoptiekinderen wordt weleens gezegd dat ze de meest gewenste kinderen zijn. Geldt voor geadopteerde kinderen van God niet hetzelfde? Heeft Jezus daarvoor niet zijn leven gegeven?
Geduld en liefde
Voor zover ik er ervaring mee heb, en dat heb ik met twee geadopteerde dochters, kan ik zeggen dat het een heel proces is voor zo’n kind om los te komen van haar oude leven en zich te gaan hechten aan haar nieuwe ouders. Dat gaat niet zomaar van de ene op de andere dag, daar zijn maanden, soms zelfs jaren mee gemoeid. Een adoptiekindje, al is het nog zo klein wanneer het bij je geplaatst wordt, brengt altijd een verleden met zich mee. Het komt uit een andere cultuur, en voelt zich niet altijd welkom in de nieuwe. Soms is het beschadigd, moet het weer opnieuw leren vertrouwen. Daarvoor heeft het veel bevestiging, veel geduld en veel liefde nodig.
Voorrecht
Dat nu is het werk van de Geest aan ons. De Geest werkt aan goede hechting, is voortdurend bezig met overreden: je bent een kind van God, geen slaaf meer, maar kind. Vertrouw er maar op! Je hoeft niet meer bang te zijn dat je nog verlaten zult worden, dat jou kwaad aangedaan wordt. Je hebt het voorrecht om een kind van God te zijn.
Dit is een deel van de overdenking van Saskia van Meggelen in Nederland Zingt. Kijk de volledige uitzending hier terug. Lees ook de overdenking van jeugdwerker Ilse Visser:
Beeld: Pixabay