Het lijkt het alledaagse leven wel. Als ik ouders spreek over hoe ze hun kinderen opvoeden, dan blijkt elke keer weer dat we in zekere zin ook maar wat proberen. En dat we de ene keer beter in ons vel zitten dan de andere keer. Dat het soms makkelijk en geordend gaat, en dat het soms een zooitje wordt. En dan is het gewoon een wonder dat wijzelf en de kinderen weer aangekleed bij het schoolplein en op ons werk verschijnen.
Creativiteit uit chaos
Met die gedachte werd in Engeland 20 jaar geleden Messy Church ontwikkeld. Ons leven is messy - rommelig, en dat mag kerk dus ook zijn. Om in die chaos iets te ontdekken wat bezieling geeft. Creativiteit ontstaat uit chaos, net als bij de schepping, toen alles woest en leeg was in het begin. En dus is het mooi om lekker met elkaar te kliederen, te rommelen, te zagen, te timmeren, te knutselen, te versieren, te spelen, te zingen, en vooral: plezier te hebben.
Kliederkerk
Vanuit het idee van Messy Church ontstond in Nederland de kliederkerk. Die vind je op meer dan 250 plekken. In kerken, op scholen, en ook buiten. Buiten is veel te ontdekken dat verhalen oproept uit de Bijbel. Niet alleen over schepping, maar ook over de wind en alles wat je hoort en ziet. Zo vertelde Jezus ook zijn verhalen onderweg, buiten.
Twee dagen kliederen
Dit weekend was ik met 150 mensen in Ede twee dagen aan het kliederen rond de Bijbel. Wat hebben we genoten en plezier gehad, om met zo veel mensen, jong en oud, bezieling te zoeken en te vinden. Met goede muziek, goede verhalen, lekker eten, en vooral: veel gezamenlijke gedrevenheid. Ook dat is kerk. Kliederkerk.
Het leven vieren
In een kliederkerk kun je die met allerlei activiteiten ontdekken, door stukjes van het verhaal te ervaren of er iets mee te maken of te doen. Daarna vier je samen en beleef je het verhaal. Om samen daarna met een maaltijd af te sluiten. Heel Bijbels. Zo vier je het leven en de verbondenheid met elkaar.
Nieuwsgierig naar kliederkerk? Kijk hier voor een kliederkerk bij jou in de buurt.
Dit is een deel van een artikel dat verscheen in de weekbladen van Waalwijk en Loon op Zand.
Tekst en beeld: ds. Otto Grevink