Toegegeven: datingprogramma’s zijn mijn guilty pleasure. Als een voyeur in het liefdesleven van anderen gluren; ik smul ervan. Maar alleen als het écht is, niet met ingehuurde acteurs. En dat is nou juist de kwaliteit van deze serie: what you see is what you get, er is geen toneelspel bij. Ik ga er ongegeneerd door bingewatchen. Soms moet ik keihard lachen om de directheid van mensen, andere momenten ben ik ontroerd door alle mooie interacties.
Verlangen en onzekerheid
Wat mij zo raakt, is de oprechte zoektocht naar de liefde. De deelnemers verlangen stuk voor stuk naar verliefdheid, nabijheid en geborgenheid. Maar het is niet gemakkelijk. Ze struggelen met dat eerste contact: hoe moet dat eigenlijk? Hoe lijk je oprecht geïnteresseerd? Hoe zorg je dat je niet vooral praat over je eigen fascinaties? Moet je iemand in de ogen kijken, een stoel aanschuiven, vragen stellen of juist luisteren? Wat doe je met je verlegenheid? We kennen allemaal deze onzekerheden, alleen is het voor deze mensen een extra uitdaging.
We kennen allemaal onzekerheden, alleen is het voor deze mensen een extra uitdaging.
Ontroerend vind ik hoe de omgeving van de deelnemers meeleven, meedenken, helpen, steunen en stimuleren. Het zijn mensen met ervaring, ze weten precies hoe hun familielid of vriend zal reageren en wat de struikelblokken zijn. Maar vooral kennen ze de krachten van hun kind, zus of vriendin en hopen ze ontzettend dat de date dit zal zien en er ook van gaat houden. Willen we dat niet allemaal? Dat ons kind gezien en geaccepteerd wordt door de ander?
Gelijkgestemden
Wat mij opvalt, is dat áls het klikt en áls de eerste barrière is overbrugd, dus er een match is, dan gaat het vanzelf. Het is onbevangen, écht, ze doen niet alsof, ze hebben geen masker op. Ze weten wat ze van elkaar verwachten, want dat is heel duidelijk uitgesproken. En als ze eindigen met een gelijkgestemde begrijpen ze elkaars beperkingen ook goed.
Uiteraard zijn er ook veel dates die mislukken of waar een van beiden toch niet verder wil of durft. Hechting en nabijheid is natuurlijk ook doodeng. En tja, soms voel je je gewoon niet aangetrokken tot de ander. Hartverscheurend is het hier en daar, als hoop plaatsmaakt voor diepe teleurstelling. Maar vaak zijn de deelnemers opvallend veerkrachtig en geven ze de moed niet op.
Willen we dat niet allemaal? Dat ons kind gezien en geaccepteerd wordt door de ander?
Voor- en nadelen van een label
Ingewikkeld vind ik het ook. In mijn directe omgeving zijn mensen met ASS. Er zitten voor- en nadelen aan een label. Het kan handvatten geven voor situaties waar je mee worstelt. Maar er zijn ook vooroordelen. Het risico is dat mensen toch allemaal over één kam worden geschoren. Het heet niet voor niets ‘spectrum’, men zit ergens op de schaal tussen 0 en 100. Sommige mensen hebben een hoog IQ en leren snel van anderen op gebieden waar ze moeite hebben. Ze zijn vaak heel gespecialiseerd op andere gebieden. Vroeger noemden we dat asperger, maar dat woord bestaat helaas niet meer. Veel uitvinders hadden asperger. Andere mensen hebben ASS en daarnaast een verstandelijke beperking. En alles ertussenin. Er zijn uiteraard overeenkomsten tussen al die mensen, maar ze zijn ook vooral heel eigen.
De deelnemers van ‘Love on the spectrum’ met een hoog IQ worstelen het meest met het label. Aan de ene kant heeft dat ze veel duidelijkheid gegeven. Aan de andere kant knappen mensen er vaak op af. Ze vinden bepaalde eigenschappen ‘vreemd of anders’ of ze hebben al bij voorbaat allerlei vooroordelen. Pijnlijk is dat. Daarom vinden de meeste deelnemers uiteindelijk een partner die ook ASS heeft. Er is dan wederzijds begrip, maar uiteraard is het net zo complex als elke andere relatie.
Open blik
Geen idee of het door mijn christelijke opvoeding komt, maar mijn ouders leerden mij om elk mens met een open blik en tolerant tegemoet te treden. Een programma zoals dit helpt me daarbij. We hebben toch allemaal wel wat!