Jezus die langs het water liep
en Simon en Andreas riep,
om zomaar zonder praten
hun netten te verlaten,
Hij komt misschien vandaag voorbij
en roept ook ons, roept jou en mij,
om alles op te geven
en trouw Hem na te leven.
Jezus die langs de straten kwam
en tollenaars terzijde nam:
‘k Wil in uw woning wezen
voor nu en voor nadeze',
Hij komt misschien vandaag voorbij
en neemt ook jou terzij of mij
en vraagt ons, Hem te geven
de rijkdom van ons leven.
Christus die door de wereld gaat
verheft zijn stem niet op de straat,
Hij spreekt ons hart aan, heden,
en wenkt ons met zich mede.
En lokt ook nog zoveel ons aan
tot wie zouden wij anders gaan?
Hij heeft en zal ons geven
alles, het eeuwig leven.
Tekst: Ad den Besten
Melodie: Frits Mehrtens
© Interkerkelijke Stichting voor het Kerklied, Den Haag
Toegelicht: Jezus die langs het water liep
(door dr. Oane Reitsma, predikant van de Protestantse Gemeente Enschede)
Roeping
Dit lied draait om roeping. Iedere roeping van Christus die mensen ervaren, gaat terug op de eerste roep van Jezus: die aan de eerste leerlingen. Dat moment in de Bijbel is het uitgangspunt voor dit lied. Jezus roept daarbij niet in het wilde weg, maar roept mensen concreet bij hun naam: de vissers Simon en Andreas. Roeping heeft iets plotselings en vraagt om een resolute omkeer: ‘om zomaar zonder praten hun netten te verlaten’.
‘Ook ons’
Meteen in het eerste couplet wordt die roep aan de eerste leerlingen vereenzelvigd met waartoe gelovige mensen geroepen worden. ‘Jezus komt misschien vandaag voorbij en roept ook ons’ en dan nog persoonlijker: ‘roept jou en mij’. Waartoe? ‘Om alles op te geven en trouw Hem na te leven.’ De verleden tijd van de evangelieverhalen wordt tegenwoordige tijd: hier en nu, ons. Het lied is heel direct.
Tollenaar
Ook het tweede couplet maakt de beweging van een bijbelverhaal naar ‘jou en mij’. Hier gaat het om het verhaal van de tollenaar Zacheüs, in wiens woning Jezus wil verblijven. Jezus komt dichtbij en blijft niet op een afstandje van de tollenaar, die veilig en hoog in de boom zit. Hij wil in zijn huis en dus eigenlijk midden in zijn leven zijn. Precies zo wil Hij midden in ons leven zijn. Dat vraagt wel iets: ‘de rijkdom van ons leven aan Hem te geven’.
Eeuwig leven
Maar, zo zegt het derde en laatste couplet, je krijgt er oneindig veel voor terug. Jezus spreekt niet luidruchtig op straat, maar spreekt ons stil in ons hart aan. Eigenlijk – zo zegt het einde van het lied – kun je zijn roep niet weigeren, omdat er geen reëel alternatief is. Hij zal ons geven wat hij bezit: leven in eeuwigheid.
Stap voor stap
Zoals Jezus als mens door de straten liep – in het derde couplet wordt het, theologischer, ‘Christus die door de wereld gaat’ – zo wandelt de melodie ook steeds in stapjes van één toon verschil in letterlijk gaande beweging. En wij gaan mee.