Na drie jaar kon ik eindelijk weer naar het klooster. Ik had het echt gemist. Het duurde dit keer lang voordat alle onrust en stof was neergedaald, maar het kloosterritme had weer een heilzame werking op me. Ik realiseerde me dat dit onder andere te maken heeft met de kunst van het beginnen en het ophouden en hoe je de tijd ertussenin doorbrengt.
Monastère Chevetogne
Deze keer was ik in het prachtig gelegen Monastère Chevetogne in België. Ik was al tijden nieuwsgierig naar deze plek. Dit klooster is, net als Taizé, oecumenisch. Er zijn zowel Byzantijnse paters (monniken uit de oosters-orthodoxe traditie) als Latijnse broeders (uit de rooms-katholieke traditie). Ze leven allen vanuit de Benedictijnse leefregel. Benedictus leefde in de 6e eeuw, vóór de grote kerkscheuring. De broeders hebben hun eigen kapel, met eigen riten en vieringen. Al het andere doen ze gezamenlijk: eten, vergaderen, recreëren, gasten ontvangen.
Een heilzaam ritme
In het klooster word je meegenomen in een ritme van bidden, eten, werken, recreëren en slapen. Waar je ook mee bezig bent op dat moment, als de klokken gaan luiden leg je je pen, je boek, je schep neer en je begeeft je naar de kapel of naar de refter. Het heeft iedere keer weer een heilzame werking op mij. Ik vind het blijkbaar in het gewone leven moeilijk om ergens mee te beginnen of mee op te houden. ‘Ik ga nog even snel mijn mail checken’ of ‘Ik zit net lekker in een flow, ik ga nog even door’. En hoe vaak gaan we dan niet door tot we leeggelopen zijn? In het klooster ga je op een natuurlijke manier mee met het ritme van de dag. Dat geeft mij een enorm gevoel van vreugde en rust.
Hoe vaak gaan we dan niet door tot we leeggelopen zijn?
Je volle aandacht erbij
Die vreugde komt voort uit de volle aandacht voor elk moment van de dag. Ook het kleine, en wat klein is, is in werkelijkheid groot! Blijkbaar is er een limiet aan concentratie die je voor één activiteit kunt opbrengen. In het klooster las ik het boek van Wil Derkse, Een levensregel voor beginners, opnieuw. Aan de hand van de Benedictijnse leefregel vertelt hij wat de voordelen zijn van een dagorde. Benedictus adviseerde dat je tijdens de activiteit obedientia oefent: een aandachtig luisteren of ergens met je volle aandacht bij zijn. Ook vraagt hij om stabilitas: vasthoudendheid, erbij blijven, je niet laten afleiden. En dat is nou juist zo’n grote uitdaging in ons drukke leven met zoveel prikkels. Haast of stress zullen de productiviteit juist verminderen. Daarnaast heb je, om je goed op je werk te kunnen concentreren, momenten nodig van inkeer en stilte (tijd met God) naast momenten van recreatie en creativiteit.
De kunst van het beginnen
Het klokje luidt. Zonder dralen en met waardigheid begeef je je naar de nieuwe activiteit. Je doet wat je je voorgenomen hebt. Het helpt wel erg als je op een plek bent waar het ritme al ingebouwd is en je als gemeenschap samen gehoor geeft aan dat ritme. Als ik in het klooster ben, ga ik op een bepaald moment de rest van de tijd ook indelen. In mijn schema is er dan een tijd voor de getijdegebeden, de maaltijden, maar ook voor een wandeling, een slaapje, lezen uit een spiritueel boek en niet te vergeten: mediteren, zitten in stilte. Gek genoeg schiet dat er soms bij in als ik het me niet voorneem. Om niets anders te doen dan mijn hart openen voor God. En door de afwisseling en de aandacht voor elke bezigheid krijgt alles meer diepgang.
Door de afwisseling en de aandacht voor elke bezigheid krijgt alles meer diepgang.
De kunst van het ophouden
Als je nooit van ophouden weet, loop je uiteindelijk leeg. Ik ken dat maar al te goed. Te lang doorgaan lijkt verantwoordelijk, maar dat is het niet, schrijft Derkse. Het is bijna een synoniem voor fouten maken. Ook in psychologische zin is ophouden moeilijk. Hoe vaak pieker je niet door over waar je zogenaamd mee opgehouden was? Tijd van piekeren of je kwaad maken over wat geweest is of wat nog komen gaat, is verloren tijd. Het werkt inwendig vergiftigend volgens Derkse. Je kunt niet meer openstaan voor wat de omgeving je op dat moment te vertellen heeft, waardoor je weer op adem zou kunnen komen. Ophouden is dus niet alleen je pen neerleggen of wegfietsen van je werk, maar ook daadwerkelijk loslaten.
Kloosterritme in het dagelijks leven
Het weekend in het klooster, de rust, de diepgang, brengt me veel waar ik een poos op kan teren. Ik probeer hier wat van mee te nemen in mijn dagelijks leven. Ik werk op een dagbesteding voor mensen met een beperking, en het is niet makkelijk om daar even een moment voor mezelf te nemen. Maar het helpt enorm om daarna weer frisser aan de slag te gaan. En als ik thuis werk is het een hele uitdaging om écht ergens aan te beginnen en ook om niet altijd te laat op te houden. Als het me lukt, is mijn dag meer ontspannen, heb ik meer werk gedaan en voel ik me voldaan.
Foto's: Unsplash (kop)/ Rebecca Schoon