Een klein lesje kerkelijke gebarentaal: gebalde vuisten (kracht), draaiende bewegingen met beide handen langs het gezicht (heerlijkheid), rechtervuist op de vlakke linkerhand (amen). Als horende kun je je voorstellen waarom er voor deze gebaren bij de laatste zinnen van het Onze Vader is gekozen. Maar zo eenvoudig is het lang niet altijd, zeker niet in de kerk. Dovenpastor Wim Otte lepelt als voorbeeld een zin uit de Psalmen op: 'U bent de Heilige, die op Israëls lofzangen troont', en een fragment uit het Liedboek: 'alleen de Geest beroert de geest'. Dat vertaal je niet zomaar even, bedoelt hij.
"Ik merk dat mensen vaak niet goed weten hoe ze me moeten benaderen. Dat heeft vooral met onwetendheid te maken"
Beelden
"Als je dit soort zinnen letterlijk vertaalt, mis je de betekenis", legt Wim uit. "Maar met te veel abstractie kunnen dove mensen niet uit de voeten." Voor de kersverse dovenpastor, die een jaar geleden is bevestigd, is het een continue zoektocht om de kerkelijke taal in de juiste gebaren te vatten. "Ik houd mijn publiek goed in de gaten. Komt wat ik zeg, aan? Spreek ik de taal van het hart? Ik heb geleerd om veel meer in beelden te denken, en ook om beelden te gebruiken."
Prominent aanwezig in een dovendienst in Katwijk, waar Wim Otte voorgaat en #protestant ook is aangeschoven, is daarom een groot scherm waarop geregeld een afbeelding verschijnt. Een dovendienst is een gewone kerkdienst, maar met een voor horende aanwezigen aantal opvallende verschillen. Dat begint al bij binnenkomst. De bezoekers zijn geanimeerd met elkaar in gesprek, dat zie je. Je hóórt het niet, want alles gebeurt in gebarentaal. Als Wim, na een goedemorgen met het gebaar van een opgaande zon, een gebed uitspreekt, houden de kerkgangers hun ogen open om te kunnen zien wat hij zegt. Zingen gebeurt zonder melodie. De liederen staan geprojecteerd op het scherm en een bewegende cursor volgt de woorden. De bezoekers beelden die uit, soms in combinatie met het uiten van klanken of gesproken tekst. Een orgel of combo is hier overbodig.
Onwetendheid
Linda van Duijn (29) uit Katwijk is een van de aanwezigen in de dovendienst. Ze is doof geboren en blij met de dovendiensten. "Eén op de 17 Nederlanders is doof of slechthorend. We zijn een kleine groep. Er zijn daarom weinig voorzieningen en initiatieven om gesproken taal voor ons toegankelijk te maken. De kerk doet dat met deze dovendiensten gelukkig wel. Een preek in gebarentaal raakt me veel meer dan in geschreven tekst", zegt ze. Linda begrijpt dat er speciale dovendiensten nodig zijn omdat het lastig is om in gewone kerkdiensten volledig tegemoet te komen aan wat dove gemeenteleden nodig hebben. Toch pleit ze voor meer oog voor doven in de kerk. Ondanks het bestaan van dovendiensten zijn doven nu eenmaal vaak lid van een reguliere gemeente. "Ik merk daar dat mensen vaak niet goed weten hoe ze me moeten benaderen. Dat heeft vooral met onwetendheid te maken. Ik heb daarom een keer een presentatie gehouden, verteld dat ik het leuk vind om contact te maken, en een paar tips gegeven: je kunt bijvoorbeeld pen en papier, of je telefoon gebruiken. Ook is het belangrijk om oogcontact met me te maken tijdens het praten, dan kan ik liplezen. De reacties op mijn presentatie waren enthousiast. En het heeft gewerkt: mensen maken nu makkelijker contact."
Stap uit je comfortzone
Een herkenbaar verhaal voor Hendrik Stevens, collega-dovenpastor van Wim Otte. Hendrik is net als Linda doof geboren. Vanuit zijn eigen ervaringen en wat hij hoort in het dovenpastoraat, weet hij dat kerken niet goed weten hoe ze met dove mensen moeten omgaan. "Ik denk dat veel dove gemeenteleden zich eenzaam voelen. Ze hebben te maken met vooroordelen, dat ze verstandelijk beperkt zouden zijn bijvoorbeeld. Er wordt al snel voor hen gedacht. Om met dove gemeenteleden in gesprek te gaan, moet je uit je comfortzone stappen. Mijn dringende oproep is: doe dat. Het begint bij de predikant of de kerkenraad. App of mail je dove gemeentelid gewoon, vraag of je op bezoek mag komen en informeer wat er dan nodig is om met elkaar te kunnen communiceren: een tolk, pen en papier? Spreek je elkaar, begin dan met de vraag hoe iemand de kerkdiensten en het gemeenteleven ervaart, en wat er anders en beter kan. Luister naar waar iemand behoefte aan heeft. Overigens vind ik dat het van twee kanten kan komen. Als dove kun je ook het initiatief nemen." De presentatie van Linda is hiervan een prachtig voorbeeld, vindt Hendrik.
"Dove mensen hebben te maken met vooroordelen, dat ze verstandelijk beperkt zouden zijn bijvoorbeeld"
Praatcultuur
Als er binnen gemeenten genoeg oog zou zijn voor dove gemeenteleden, zou categoriaal dovenpastoraat dan overbodig zijn? Hendrik Stevens denkt van niet, al is het alleen maar vanwege de kerkdiensten. "De dove wereld is echt een andere dan de horende, en misschien komt dat in een reguliere protestantse kerkdienst nog wel het meest tot uiting. Er heerst daar een op-en-top praatcultuur. Horenden denken zo in woorden dat ze er in de meeste gevallen niet bij stilstaan welke beelden of welke emoties erbij horen. Een preek klinkt doorgaans vrij nuchter en zakelijk, hetzelfde geldt voor een voorgelezen bijbelgedeelte en een gebed. Dove mensen gebruiken hun handen, hun gezicht, hun hele lichaam als ze praten. Ook in het pastoraat kan deze verschillende manier van communiceren belemmerend werken. Het is een niet te overbruggen kloof. Daarom denk ik dat het goed is dat er dovenpastoraat is. Tegelijkertijd is het, zoals ik al zei, belangrijk dat doven een plek hebben in hun gemeente."
Wim Otte ziet hier een kans, een mes dat aan twee kanten snijdt. "Dove mensen zijn een marginale groep. Ze zijn verbaal niet sterk, worden snel over het hoofd gezien. In een tijd waarin de kerk aan betekenis inboet, kan zij dat tegengaan door naar deze groep om te zien. Contact houden met de samenleving, vooral met mensen die in de marge leven, voorkomt dat je als kerk geïsoleerd raakt."
"De dove wereld is echt een andere dan de horende, en misschien komt dat in een reguliere protestantse kerkdienst nog wel het meest tot uiting"
Begrijpelijk
Een dovendienst is overigens ook voor horenden toegankelijk. Klazien Ouwehand-Imthorn (76) komt al 20 jaar in de Katwijkse diensten. "Ik vind het altijd zo fijn eenvoudig", zegt ze. "Niet kinderlijk, dat bedoel ik niet. Begrijpelijk, dát bedoel ik."
Tekst: Mathilde Schouwstra | Beeld: Niek Stam