Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde
subline-curl
Abonneer gratis op Petrus Magazine

Hoe kies je een kinderbijbel?

Hoe maak je een afgewogen keuze als je een kinderbijbel nodig hebt om te gebruiken in je gezin of in het kinderwerk van je kerk? Vrijwel elke boekwinkel heeft kinderbijbels in allerlei soorten en maten. Bij het kiezen van een kinderbijbel zijn er een paar punten om op te letten.

Afgewogen keuze

In veel huishoudens staan misschien kinderbijbels waar vaders en moeders of opa’s en oma’s ooit zelf uit werden voorgelezen. Verder verschijnen er jaarlijks nogal wat nieuwe bijbels. Vrijwel elke boekwinkel heeft kinderbijbels in allerlei soorten en maten. Als je zelf een kinderbijbel ter hand wil nemen - om te gebruiken in je gezin of met je kleinkinderen, in het kinderwerk van je kerk of gemeente, of als leerkracht in de klas - hoe maak je dan een afgewogen keuze?

Als je een kinderbijbel zoekt is het een goede eerste stap om in een (al dan niet christelijke) boekwinkel gewoon eens wat kinderbijbels open te slaan om een goede eerste indruk te krijgen. En om te vergelijken. Bij het kiezen van een kinderbijbel zijn er een paar punten om op te letten.

1. Vertaling of vertelling?

Maakt de kinderbijbel gebruik van een bijbelvertaling of is het een navertelling? Sommige uitgevers van kinderbijbels gebruiken een eenvoudige bijbelvertaling, zoals de ‘Bijbel in Gewone Taal’. Zelfs de aloude ‘Kijkbijbel’ is tekstueel gezien een vereenvoudigde bijbelvertaling. Sommige kinderbijbels zijn hervertellingen van de schrijvers, en daarmee hun persoonlijk gekleurde interpretaties.

Bij beide keuzes zijn voor- en nadelen te bedenken. Vertalingen staan dichter bij de grondteksten. Gebruikers beschouwen een kinderbijbel met gebruik van een vertaling wellicht als ‘zuiverder’. Daar staat tegenover dat ze verder af staan van de belevingswereld van kinderen, alleen al omdat ze een grotere of moeilijker woordenschat gebruiken. 

Bij navertellingen is dat precies andersom: ze staan vaak veel dichter bij de belevingswereld van kinderen. Maar daarbij volgen ze de grondtekst minder trouw; het kan voorkomen dat gebruikers de interpretatie van de auteur niet delen.

2. De geloofsovertuigingen van de auteur

Een kinderbijbel laat zien welke geloofsovertuigingen de auteur heeft. Herkennen gebruikers zich daarin? Wat voor Godsbeeld en mensbeeld heeft de auteur? Het maakt nogal uit of de auteur kinderen vooral wil overtuigen van het verlossende werk van Jezus Christus en daar ook bij de Oudtestamentische verhalen al op vooruit grijpt. Of dat de auteur bijvoorbeeld eenvoudigweg een aantal Bijbelse verhalen wil introduceren ter kennismaking. 

Meer formeel gezegd: de manier waarop de auteur over God, Bijbel en mensen denkt, is bepalend voor zijn of haar ‘vertelkader’. Ruwweg treffen we in kinderbijbels drie soorten vertelkaders aan:

  1. De Bijbel gaat over een verbond tussen God en mensen.
  2. De Bijbel is een bron van persoonlijk geloof.
  3. De Bijbel is een godsdienstig boek.

3. De verteltrant

Hoe spreekt de auteur kinderen aan? Is het taalgebruik in de kinderbijbel bijvoorbeeld moraliserend, populair, informatief of meeslepend? Wat voor kindbeeld hanteert de schrijver, en – dat staat meestal aangegeven op het omslag of in de inleiding – op welke leeftijdscategorie richt de auteur zich?

4. Selectie van verhalen

In vrijwel elke kinderbijbel staat slechts een beperkte selectie van de Bijbelse verhalen. Onderling verschillen kinderbijbels in welke selectie is gekozen. Vind je het verhaal van het sterven van Jezus Christus aan het Kruis essentieel, ook in een kinderbijbel? Kijk dan of dit erin staat. Of vind je juist dat je kind niet op jonge leeftijd geconfronteerd moet worden met de marteldood van Jezus? Wat voor evenwicht zoek je tussen Oudtestamentische en Nieuwtestamentische verhalen? Verwacht je in de kinderbijbel ook de verhalen van Hemelvaart, Pinksteren en de zendingsreizen van Paulus? 

5. Illustraties

Zoals bij alle kinderboeken wil het oog ook wat. Illustraties zijn bij kinderbijbels minstens zo belangrijk als de tekst. Hoe ziet de kinderbijbel eruit? Maar ook: hoe verbeeldt de illustrator de verhalen? Zijn het – plat gezegd – eenvoudigweg de plaatjes bij de praatjes, of vertellen ze een eigen verhaal? Zijn ze oubollig of hip? Zijn er bijvoorbeeld leuke extra details te zien waardoor de kinderbijbel ook bij tweede of derde lezing opnieuw verrast? Zijn de illustraties vanuit het perspectief en de belangstelling van het kind getekend? Zijn de Bijbelse personages klassiek vormgegeven qua kleding en schoeisel, of juist heel modern? Soms geven illustraties veel ruimte voor de eigen verbeelding, soms zijn het simpelweg ‘plaatjes bij de praatjes’. 

6. De gebruiksmogelijkheden

Ten slotte: hoe valt de kinderbijbel te gebruiken: is deze vooral bedoeld als voorleesbijbel of nodigt het kinderen uit om zélf te gaan lezen? En zijn er ook verwerkingsopdrachten te doen?

 

Elke week het beste van Petrus online

Ontvang de wekelijkse nieuwsbrief

Was deze informatie zinvol?
We hebben uw feedback ontvangen, dankuwel!

Om deze pagina verder te verbeteren zijn wij benieuwd waarom u deze pagina wel of niet zinvol vond. U kunt ons helpen door de onderstaande vragen in te vullen.

Mogen we je contactgegevens voor eventuele verdere vragen? (niet verplicht)