Nederland is bezet, de Tweede Wereldoorlog beheerst het leven van bijna iedereen. In deze heftige oorlogstijd is er nog een andere strijd die steeds verder uit de hand loopt: binnen de hechte gereformeerde gemeenschap. Daar worstelen mensen met de leidraad die Abraham Kuyper de Gereformeerde Kerken in Nederland heeft meegegeven en hoe de synode hiermee omgaat.
Belangrijk punt: de precieze betekenis van de doop en het verbond. Klaas Schilder, sinds 1933 hoogleraar Theologie in Kampen, steekt zijn kritiek op de synode niet onder stoelen of banken. Hij staat aan de basis van wat later de Vrijmaking gaat heten.
Leeruitspraken
De Gereformeerde Kerken in Nederland kijken, in navolging van Kuyper, als volgt aan tegen de doop: die is alleen geldig als de dopeling de rest van zijn leven gelovig blijft. Je doopt eigenlijk op grond van een (veronderstelde) wedergeboorte.
Schilder en de zijnen geloven juist dat de doop een teken van Gods belofte is dat je Zijn kind mag zijn. Daar hoort een roeping bij om als kind van God te leven. Op deze en meer punten zijn grote meningsverschillen onder gereformeerde predikanten en gelovigen.
De synode besluit in 1936 onderzoek te doen naar die variëteiten in leer. In synodes die daarop volgen, worden uitspraken gedaan over de ‘juiste’ leer. Het gaat op een gegeven moment zover dat er in de jaren veertig door de synode leeruitspraken worden gedaan waar predikanten die examen doen, mee moéten instemmen. Ook alle predikanten van de Gereformeerde Kerken in Nederland worden gedwongen zich te houden aan de leeruitspraken over doop en verbond van de synode. Deze volgen voornamelijk de lijn van Kuyper. De bezwaarschriften van verschillende kerkenraden, van de hoogleraren Schilder en Greijdanus en diverse anderen worden genegeerd. Hier gaat het goed mis.
Acte van Vrijmaking of Wederkeer
De groep volgelingen van (de soms polemische) Schilder groeit gestaag. In maart 1944 wordt hij geschorst als hoogleraar aan de Theologische Universiteit in Kampen. Kort daarop, in augustus, wacht Greijdanus eenzelfde lot.
Op 11 augustus 1944 is er weer een synodevergadering, een die enorme gevolgen heeft. Klaas Schilder, die ondergedoken zit wegens illegale activiteiten, verlaat zijn onderduikadres om op de synode in Den Haag de 'Acte van Vrijmaking of Wederkeer' uit te spreken. Op de drukbezochte vergadering laat Schilder weten zich vrij te maken van de - volgens hem - verkeerde besluiten van de synode. Ze heeft in strijd gehandeld met artikel 31 van de Dordtse kerkorde.
Recht tegenover elkaar
In artikel 31 staat het volgende geschreven: ‘...kerkenraden en kerkleden de besluiten van een ‘meerdere’ kerkelijke vergadering voor vast en bondig zullen houden, tenzij dat het bewezen worde te strijden tegen het Woord Gods, of tegen de artikelen in deze generale synode besloten, zoo lang als dezelve door geene andere generale synode veranderd zijn.’
De besluiten die de synode in de periode ervoor heeft genomen, zijn volgens Schilder strijdig met de Bijbel. De Acte is uitgesproken, daarmee is een scheuring definitief. In de periode die volgt op de synodevergadering, vinden plaatselijk allerlei kleine scheuringen plaats.
Volgers van Schilder, zo’n tachtigduizend ‘artikel-31’ers’, zijn niet meer welkom in hun oude kerk. Soms scheurt een complete kerkenraad met een groot deel van de gemeente af, soms maar een klein deeltje van de complete plaatselijke kerkgemeenschap. De scheuring is pijnlijk voelbaar in families en kleine, lokale gemeenschappen, waar synodalen en artikel-31’ers recht tegenover elkaar komen te staan.
Eigen zuil
De afgesplitste groep gelovigen geeft hun kerk geen nieuwe naam – zij zien zichzelf immers als de kerk die het gedachtegoed van de Reformatie op de juiste wijze voortzet. Om verwarring te voorkomen, voegen ze tussen haakjes aan de naam Gereformeerde Kerken in Nederland nog wel toe: ‘onderhoudende artikel 31 Kerkorde’. Op den duur verandert dit in: Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt), verwijzend naar de Acte van Vrijmaking.
De vrijgemaakten vormen na hun afsplitsing een zichtbare, op zichzelf staande groep binnen de samenleving. Ze stichten hun eigen politieke partij, krant, theologische universiteit, Psalmberijming, basis- en middelbare scholen, vakbond en studentenverenigingen.
Aan het einde van de twintigste eeuw verdwijnt die ‘zuil’ grotendeels. Er komt ook meer verscheidenheid binnen de vrijgemaakte kerk op het gebied van theologie en levensstijl.
Fusie
In 1967 scheidt een groep zich af van de vrijgemaakte kerk. Sommigen keren terug naar de Gereformeerde Kerken in Nederland, anderen vormen samen een nieuw verband, dat later Nederlands-Gereformeerde Kerken gaat heten.
In de jaren negentig zoeken de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) en de Nederlands-Gereformeerde Kerken weer toenadering. Zij willen onderzoeken of ze toch weer samen verder kunnen. Vanaf 2017 werken de kerken actief aan eenwording, op 1 mei 2023 vormen ze samen officieel de Nederlandse Gereformeerde Kerken. Niet iedereen kan zich echter vinden in de fusie: een aantal kerken doen niet mee. Zij zoeken aansluiting bij andere kerken.
Lees meer over dit soort protestantse onderwerpen in de Canon van het Nederlandse protestantisme. Je kunt het boek hier bestellen.
Foto: Lutherse Burgwalkerk in Den Haag, waar Klaas Schilder in 1944 de 'Acte van Vrijmaking of Wederkeer' voorlas.