Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde
subline-curl
Abonneer gratis op Petrus Magazine

Geloofsopvoeding: 5 inspirerende rollen voor jou als opvoeder

Wil je je kind op een natuurlijke manier kennis laten maken met het geloof?  Het is niet altijd makkelijk om te weten hoe je geloofsovertuiging kunt delen met je kind. Gelukkig zijn er verschillende manieren om dit te doen. Godsdienstpedagoog Wim ter Horst onderscheidt vijf belangrijke opvoedingsrollen die kunnen helpen bij het overdragen van geloof.

Je wilt je kind graag iets meegeven van het geloof en vertrouwen in God en van de christelijke tradities. Misschien neem je je kind wel eens mee naar de kerk. Of lees je wel eens iets voor uit de kinderbijbel. Maar misschien ook niet; of niet zo vaak als je eigenlijk zelf vindt dat het zou moeten. Geen nood. Er zijn ook andere manieren om geloof met je kind te delen. Geloven en het dagelijks leven hebben namelijk alles met elkaar te maken. Jouw geloofsovertuiging bepaalt hoe je tegen het leven aankijkt. Hoe je in het leven staat, is richtinggevend voor wat je waardevol vindt.  


Vijf opvoedingsrollen 

De godsdienstpedagoog Wim ter Horst onderscheidt voor de geloofsopvoeding vijf verschillende opvoedingsrollen.1 Elke opvoeder kan deze verschillende rollen vervullen. De ene rol is niet belangrijker dan de andere. Het is maar net wat de situatie en je kind en jou op dat moment past. Het kan zijn dat de ene rol jou van nature beter ligt dan de andere. Dat is niet erg. Misschien ligt de andere rol je partner juist beter. Of de ‘medeopvoeders’ op school, in de kerk of in de familie. Zij vullen jou aan, bewust of onbewust. 

1. Schatbewaarder

In deze rol heeft de opvoeder tot taak het kind te beschermen en te verzorgen. Hierbij is een veilige leefomgeving een belangrijke voorwaarde, naast juiste kleding voor het jaargetijde, en – als ze ouder zijn – ruimte om hun talenten te ontplooien. Kinderen zijn een schat die gekoesterd en op waarde geschat moet worden. Op deze manier ervaart een kind via de beschermende en verzorgende liefde van de ouders dat God het altijd en onvoorwaardelijk liefheeft.

2. Tuinier

In deze rol is de ouder bezig met de behoeftes van een kind waarin voorzien moet worden om die schat te kunnen blijven. Het gaat om eerste levensbehoeftes zoals voeding en hygiëne en om aandacht voor ‘gevoelige periodes’ in het leven van een kind. Een kind van acht kan bijvoorbeeld veel behoefte hebben aan kennis over geloof en verhalen, terwijl een kind van drie meer leert door te ervaren, te voelen, te proeven of samen te dansen. Op die manier krijgt je kind de specifieke zorg waar het op dat moment behoefte aan heeft om te kunnen leven, groeien en zich te ontplooien. Zo leert je kind over God en geloven, als dat het daaraan toe is.

3. Trainer of herder

In deze rol leert de ouder zijn kind omgaan met zijn reflexen en gedragingen. Zo leert het kind, door middel van het overdragen van kennis en vaardigheden, hoe het zich het beste kan gedragen. Dat je niet in gezelschap in je neus moet peuteren bijvoorbeeld. Of dat een kind niet alles mag waar het op dat moment zin in heeft, en waarom. Of hoe het zich het beste in een groep kan gedragen. Op deze manier wordt je kind zich ook bewust van je geloofsnormen en oefen je om daar samen mee om te gaan. Het gaat ook om geloofskennis (bijbelverhalen bijvoorbeeld) en het introduceren in de geloofstradities (op welke manieren kun je bidden; of: hoe kun je, ook als kind, omzien naar kwetsbare mensen in je omgeving). 

4. Gids

In deze rol introduceert de opvoeder zijn kind in de betekenissen van de dingen van het leven. Opgroeiende kinderen hebben een onstilbare honger naar het begrijpen van de wereld, en vragen dan ook heel vaak ‘waarom’. Zo krijgt het kind grip op zijn leefwereld. Wat betekenen dingen, waarom gaan zaken zoals ze (bij jullie) gaan en waarom zijn sommige ervaringen of overtuigingen van grote waarde voor je? In deze rol deel je die betekenissen met je kind. Het kan zijn dat in verschillende levensfasen de betekenissen veranderen. En natuurlijk kan je kind ook zelf bepaalde betekenissen of waarden hechten aan dingen. Het is juist mooi om die met elkaar uit te wisselen. Het is een dialoog.  

5. Mystagoog of priester

In deze rol wijdt de opvoeder het kind in in de geheimen van het leven en het geloof. Het gaat hierbij om de essentie, namelijk het delen van het mysterie van het leven zelf, van hart tot hart. Het samen beleven van momenten waarop je geraakt wordt, waarop het vanbinnen gaat gloeien. Een mooie ontmoeting, een ogenblik van verwondering. Vaak overkomen dergelijke ‘gouden momenten’ je, en kun je ze nauwelijks organiseren. Op deze manier kan het kind iets van geloofsvuur ontdekken in het alledaagse leven van zijn ouders, of van zichzelf. Als je meer van die gouden momenten wilt ervaren en delen met je kind, ga dan vooral ook op zoek naar je eigen vuur. 

1 Ter Horst, W., (2008), Christelijke pedagogiek als handelingswetenschap. Een paradigma. Kampen: Uitgeverij Kok. 

Deze tips komen uit het boek Geloven met plezier. Hierin vind je meer dan 100 ideeën om je geloof te verbinden met de praktijk van alledag: met muziek, viermomenten, de Bijbel en de natuur. Een schatkist voor jou en je (klein)kind, vol creatieve, actieve en verstillende geloofsavonturen.

Christelijk doeboek: Petrus Kids

Samen creatief aan de slag met een bijbelverhaal

Was deze informatie zinvol?
We hebben je feedback ontvangen, dankuwel!

Om deze pagina verder te verbeteren zijn wij benieuwd waarom u deze pagina wel of niet zinvol vond. U kunt ons helpen door de onderstaande vragen in te vullen.

Mogen we je contactgegevens voor eventuele verdere vragen? (niet verplicht)