Eén, enig God,
Ik dank U omdat U één bent,
uniek, God uit één stuk,
Bron van mijn bestaan en van al wat leeft,
Liefde die sterker is dan de dood,
Trooster die inspireert en corrigeert,
Vader, Zoon en Geest.
U weet hoeveel gedachten en gevoelens woelen in mij,
hoe innerlijk verdeeld en verscheurd ik kan zijn,
hoe verdeeld en verscheurd ook Uw kerk is:
kinderen van één Vader die elkaar zo vaak uitsluiten.
Heer, ontferm U!
Maak mij een mens uit één stuk.
‘Voeg geheel mijn hart tezaam,
tot de vreze van Uw naam’.
Geef mij de moed om de ander als geschenk van U te aanvaarden.
Maak ons één, in Christus.
Laat de dienst aan U
het gouden koord zijn dat ons samenbindt.