De zon daalt in de zee. De duisternis valt in
Ik loof de goede God. Hij geeft mij dag en nacht:
mijn taak bij dag, mijn droom bij nacht.
Laat dagen in de nacht, waar wanhoop heerst en dood,
geloof en hoop op U: U hebt uw schepping lief,
U hebt uw schepping innig lief.
Kom, nacht en troost ons zacht. Kom God, genees ons hart.
Kom leg uw hand op ons en heel zo elke wond.
Heel, Vader, ook de diepste wond.
Tekst: Sigurbjörn Einarsson - Nú hverfur sól í haf
Vertaling: René van Loenen
Muziek: Thorkell Sigurbjörnsson
vertaling © BV Liedboek
Zang: Eline Segers
Piano: Denise Brand
Viool: Judith van der Klip
Cello: Luca Genta
Altviool: Frank van Essen
Arrangement en muziekproductie - Frank van Essen
---
Toegelicht: De zon daalt in de zee
(door dr. Oane Reitsma, predikant van de Protestantse Gemeente Enschede)
Voor het slapengaan
Eenvoud tekent dit mooie avondliedje, dat oorspronkelijk uit IJsland komt. Het is een liedje voor het slapengaan. En zoals bij alle liedjes voor het slapengaan mag de melodie van het moede hoofd geen enkele inspanning meer vergen. Als een echo herhaalt de tweede regel de eerste, en dan nog eens, totdat je bij de lange noten aan het eind van de laatste regel rustig je ogen kunt sluiten.
Droom
In het eerste couplet wordt waargenomen dat de zon in de zee daalt. En met het verdwijnen van de zon achter de verre horizon valt als vanzelf de duisternis in – een dagelijkse ervaring. Evenzo dagelijks mag de reactie erop zijn: wij loven de goede God en danken Hem voor de dag en voor de nacht beide. De laatste regel is in ieder couplet nog weer een uitwerking van de regel ervoor: God geeft onze taak bij dag en schenkt ons onze droom bij nacht.
Nacht
Bij het verdwijnen van de dag dreigt altijd de duisternis, niet alleen letterlijk maar ook figuurlijk. Daarom is ‘duisternis’ - ook overdrachtelijk bedoeld als alles wat ons kan overvallen in ons bestaan - altijd een thema bij avondliederen. Het tweede couplet werkt dat uit met de woorden ‘nacht’, ‘wanhoop’ en ‘dood’, maar trekt tegelijkertijd meteen de lijn door naar de volgende ochtend. In de avondliturgie gebeurt dat vrijwel altijd, omdat we door het duister heen alweer naar het licht van de volgende dag toeleven. Dat licht is nog niet zichtbaar, maar er is altijd hoop dat de zon weer opgaat omdat God Zijn schepping liefheeft (regel 4 en 5). Zo dagen (mooie woordspeling!) in de nacht, naast de wanhoop en dood, tegelijkertijd het geloof en de hoop. De beleving van de nacht en tegelijkertijd van de hoop staan zo naast elkaar en doordringen elkaar.
Troost
In het laatste couplet wordt de duisternis van de nacht niet gevreesd, maar wordt de nacht juist verwelkomd als helende tijd. Zoals de slaap ons helpt de dingen van de dag te verwerken, zo wordt de diepste wond door de hand van de Vader geheeld. Het liedje voor het slapengaan is een liedje van vertrouwen geworden.
Wanneer zingen?
In veel plaatselijke gemeenten worden nauwelijks of geen avonddiensten meer gehouden. Daardoor worden veel liederen die met deze specifieke gebedstijden verbonden zijn nauwelijks meer gezongen. Maar er zijn andere momenten om ze te zingen. Bijvoorbeeld als afsluiting van een doordeweekse bijeenkomst, als lied om te lezen of te zingen (of als videoclip te kijken) voor het naar bed gaan. Weer een ander moment is bij uitvaarten, omdat de avond van de dag ook altijd symbool staat voor de avond van het leven. Niet zelden levert dat een verrassende, en passende, ervaring op.