De vreugde voert ons naar dit huis
waar ’t woord aan ons geschiedt.
God roept zijn naam over ons uit
en wekt in ons het lied.
Dit huis van hout en steen, dat lang
de stormen heeft doorstaan,
waar nog de wolk gebeden hangt
van wie zijn voorgegaan,
dit huis, dat alle sporen draagt
van wie maar mensen zijn,
de pijler die het alles schraagt,
wilt Gij die voor ons zijn?
Zal dit een huis, een plaats zijn waar
de hemel open gaat,
waar Gij ons met uw eng'len troost,
waar Gij U vinden laat?
Onthul ons dan uw aangezicht,
uw naam, die mét ons gaat
en heilig ons hier met uw licht,
uw voorbedachte raad.
Vervul ons met een nieuw verstaan
van ’t woord, waarin Gij spreekt
en reik ons zelf als leeftocht aan
het brood, dat Gij ons breekt.
Dit huis slijt mét ons aan de tijd,
maar blijven zal de kracht
die wie hier schuilen verder leidt
tot alles is volbracht.
Tekst: Sytze de Vries
Melodie: Willem Vogel
© makers
Toegelicht: De vreugde voert ons naar dit huis
(door dr. Oane Reitsma, predikant van de Protestantse Gemeente Enschede)
Openingslied
‘De vreugde voert ons naar dit huis’ kan alleen gezongen worden bij de opening van de zondagse dienst, en dan het liefst in een historisch kerkgebouw ‘dat lang de stormen heeft doorstaan’. Dat maakt het gebruik beperkter, maar de ‘vreugde’ in de eerste regel bepaalt de sfeer van het hele lied, dat een ongecompliceerde en vrolijke melodie heeft.
Het woord geschiedt
In die zondagse dienst gebeuren een aantal dingen, die allereerst beschreven worden. Ten eerste ‘geschiedt’ het woord ‘aan ons’. Het woord van God klinkt niet alleen en wordt niet alleen verkondigd, maar het doet meer: het voltrekt zich aan ons en neemt ons mee in de gang van de liturgie, wij worden deel van dat woord, de kerk is lichaam van Christus. Ten tweede wordt het lied ‘in ons gewekt’: Gods heilsdaden vragen automatisch om weerwoord, namelijk lofprijzing. Aan het eind van het lied (couplet 6) worden de twee hoofdelementen van de liturgie genoemd: de dienst van het Woord en die van de Tafel (‘het brood dat Gij ons breekt’).
Wolk van gebeden
In (eeuwen)oude kerkgebouwen voel je bijna de aanwezigheid van al die generaties die ernaartoe kwamen om te bidden, te zingen, te dopen, te huwen en te begraven. Zodoende hangt er nog ‘de wolk van gebeden’ van generaties her. Deze godshuizen worden geschraagd door dikke pilaren. Het lied spiritualiseert deze door God te vragen pijler te zijn voor ons geloof en voor ons leven. Hij was dat immers in alle vreugde en pijn die de mensen in deze huizen hebben ervaren?
Vraag
Het middelste – vierde – couplet stelt een vraag. ‘Zal dit (vandaag opnieuw) een plaats zijn waar de hemel opengaat’? Daarmee verschuift de beschrijvende stijl van de eerste helft van het lied in een lied dat God direct aanspreekt: laat u zich vandaag opnieuw voor ons vinden? Openbaart en troost u ons? De smeekbede krijgt vervolgens een dwingender karakter. ‘Onthul ons dan uw aangezicht’, ‘heilig ons’, laat u opnieuw verstaan in de dienst van het Woord en in het Brood ‘dat Gij ons breekt’.
Coda
Het laatste couplet werkt als een coda, een slotmaat. Het neemt weer het buitenperspectief en vat samen. Er ontstaat een mooi contrast met het godshuis dat door de tijd slijt, zoals mensen eveneens ‘slijten’ door de jaren. Maar de kracht die mensen door de tijd helpt, zal blijven en – voeg ik toe – wellicht alleen maar sterker worden. ‘Tot alles is volbracht.’
Dit lied klonk in de aflevering van Petrus in het land van 15 oktober 2022. Bekijk ook de overdenking:
KRO-NCRV