De aarde en haar volheid zijn
des Heren koninklijk domein,
de wereld en die daarin wonen.
Het land rijst uit de oceaan,
rivieren breken zich ruim baan
om Gods volmaakte macht te tonen.
Wie is de mens die op zal gaan
en voor Gods heilig aanschijn staan?
Wie mag de tempel binnentreden?
Wie niet op loze wijsheid bouwt,
zijn hart en handen zuiver houdt
van kwade trouw en valse eden.
God is hem zegenrijk nabij,
in ’t recht des Heren wandelt hij,
de God des heils zal hem verblijden.
Een nieuw geslacht gaat op in ’t licht
en zoekt des Heren aangezicht,
Jakob, het volk dat Hij zal leiden.
Gij poorten, hef uw hoofd omhoog,
aloude deur, maak wijd uw boog,
laat uw verheven koning binnen.
Wie is die vorst zo groot in eer,
die sterke held? Het is de Heer,
die alle macht kan overwinnen.
Gij poorten, hef uw hoofd omhoog,
aloude deur, maak wijd uw boog,
ruim baan voor de verheven koning.
Wie is die vorst zo groot in kracht?
Het hoofd van ’s hemels legermacht!
Hij komt, Hij maakt bij ons zijn woning.
Tekst: Jan Willem Schulte Nordholt en Jan Wit
Melodie: Genève 1542/Lyon 1547
Toegelicht: De aarde en haar volheid
(door dr. Oane Reitsma, predikant van de Protestantse Gemeente Enschede)
Geneefs Psalter
Het zogenaamde ‘Geneefse’ Psalter (letterlijk psalmboek uit Genève), dat in de jaren 1539 tot 1562 rond Calvijn en zijn kring ontstond, blijft ontegenzeggelijk een bijzondere plek houden binnen het protestantse kerklied. Het is uniek dat het Liedboek, zingen en bidden in huis en kerk (2013) de complete versies van alle 150 psalmen heeft opgenomen. De opzet is eenvoudig: twee typen noten (lange en korte, met één lettergreep per noot) laten de tekst zo effectief mogelijk naar voren komen, zodat alle nadruk daarop komt te liggen. Het type toonsoort dat wordt gebruikt (en dat anders is dan onze ‘moderne’ toonsoorten) versterkt de sfeer van de liederen. Dat is goed te horen in de melodie van deze Psalm 24.
Krachtig
Eigenlijk is de krachtige, robuuste melodie beeld van de macht van God, waar deze psalm over gaat. Hij is de schepper van de aarde en alles wat daar leeft. Rivieren en bergen getuigen van Zijn grootheid. Wie, zo vraagt de psalm, mag oog in oog met God staan? De zuiveren van hart die niet bedriegen, is het antwoord. Wie de handen schoon houdt, zal de zegen van God ontvangen. Zo ontstaat er dialoog binnen de psalmtekst: de ene groep vraagt, de andere antwoordt.
Poorten
In het tweede deel van de psalm wordt God (JHWH) voorgesteld als een heldhaftige koning die de poorten van de stad binnenkomt. De psalmzinger richt zich zelfs tot die poorten: verhef je, maak je boog nog groter dan anders, doe je hoofd omhoog. Dat komt deze God toe!
Koningspsalm en pelgrimspsalm
Daarmee komen een paar bekende thema’s naar voren, die we vaker in de psalmen tegenkomen. Naast het beeld van God als koning, is dat het beeld van de pelgrim die na een lange (levens?)reis de berg van God mag bestijgen en zijn heilige plaats (de berijmde vertaling zegt: ‘tempel’) mag betreden.
Liturgisch gebruik
In de liturgie worden altijd betekenissen van verschillende bijbelteksten aan elkaar verbonden, zodat er een nieuwe focus ontstaat op bepaalde verhalen. Als we het Dienstboek van de Protestantse Kerk openslaan, zien we dat deze psalm is verbonden met de Palmzondag (de zondag voor Pasen), nadat het verhaal wordt gelezen over de intocht van Jezus op de ezel in Jeruzalem en wanneer de kinderen met hun palmpaasstokken de kerk inlopen. Enerzijds is daar de parallel tussen God in de psalm en Jezus in het verhaal, die Jeruzalem als stad van vrede binnengaan. Anderzijds spelen de kinderen de rol van de ‘rechtvaardigen’ uit de psalm. Ook komt de psalm voor als antwoordpsalm op de vierde adventszondag. Dezelfde beeldspraak klinkt immers in het adventslied ‘Hef op uw hoofden, poorten wijd’.
Dit lied werd gezongen in de laatste aflevering van 'Petrus in het land' (8 januari, KRO-NCRV). Bekijk of lees ook de overdenking van ds. Dick Juijn: