Ze hadden de afgelopen jaren in het persoonlijk leven van gemeenteleden best wat gebrokenheid gezien en dat bracht ze bij een mooie vraag: of ik iets over de rol van de kerkgemeenschap in tijden van persoonlijk lijden wilde vertellen. Die uitnodiging nam ik dankbaar aan want ik geloof dat er in elke kerk ruimte en aandacht moet zijn voor gebrokenheid. Sterker nog, dit was destijds een van de voornaamste aanleidingen voor mij om dit boek te schrijven.
Psalm 13
Ik besloot een preek voor te bereiden over Psalm 13. Die psalm reisde de afgelopen jaren met me mee. In het maakproces van mijn boek werd het namelijk de kapstok waar ik mijn ideeën aan ophing. Een korte psalm, slechts zes verzen, maar wat een intensiteit! David begint met een schreeuw: "Hoe lang nog, HEER, zult U mij vergeten? Hoe lang nog verbergt U voor mij uw gelaat?" Zelden is wanhoop zo rauw, zo ‘in your face’ en zo eerlijk verwoord.
Voor den opperzangmeester
Maar terwijl ik me opnieuw verdiepte in deze tekst, viel me ineens iets op wat ik eerder had gemist. Boven de psalm staat namelijk: Voor de koorleider (of ‘Opperzangmeester’ volgens de Statenvertaling). Het staat in totaal zelfs 56 keer boven een psalm. Misschien is dat wel de reden dat ik er standaard een beetje overheen lees. Maar dit keer bleven de woorden hangen. Het betekende namelijk dat de psalm niet alleen Davids persoonlijke uiting van wanhoop was. Deze psalm is bedoeld om gezongen te worden. Niet in stilte, maar in het openbaar.
Waar onze wanhoop liturgie wordt
Dat raakte me. Want wat zegt het dat een tekst als deze – die zo kwetsbaar en donker is – niet privé blijft maar naar voren wordt gebracht? Niet weggestopt maar gezongen? Het is net alsof David hiermee zegt: Deze pijn is niet alleen van mij. Ze hoort bij ons allemaal. En daarom moet ze gezongen worden, door jullie, samen met mij. De kerk is dus niet de plek waar we onze gebrokenheid buiten de deur houden, maar juist waar we haar binnenbrengen. Waar onze wanhoop liturgie wordt.
Liever overwinning dan twijfel
Dat is best radicaal. In veel kerken heerst weleens ongemak over hoe we moeilijke dingen een plek in de eredienst geven. We zingen liever over overwinning dan over twijfel. Liever over vreugde dan over verdriet. Maar de Bijbel laat zien dat geloof aan beide ruimte geeft. Dat geloof niet betekent dat je altijd weet hoe het zit, maar dat je blijft zingen, ook als je hart breekt. In Psalm 13 klaagt David, vraagt hij, smeekt hij. En dan, aan het eind, klinkt er ineens vertrouwen: "Ik vertrouw op uw liefde, mijn hart zal juichen omdat U redding brengt." Niet omdat zijn situatie ineens veranderd is maar omdat hij zijn pijn gedeeld heeft. Omdat hij die onder ogen heeft gezien, samen met God en de gemeenschap.
Preken
De psalm begint met een schreeuw. Maar doordat hij voor de koorleider is, wordt die schreeuw gedragen. Dat is de rol van de kerk in tijden van gebrokenheid. Dat is waarover ik binnenkort ga preken!
Beeld: Nienke van Denderen