Doorgaan naar hoofdinhoud

Column Mirella Klomp: God zag dat het goed was - over land scheppen

Mirella Klomp onderzoekt op verschillende plekken de geschiedenis van onze grond. Deze keer gaat ze op stap met ‘fossielenjutter’ Walter Langendoen.

Wat is het collectieve verhaal van Nederland over de grond? Theoloog der Nederlanden Mirella Klomp gaat op verschillende plekken in Nederland op onderzoek uit. In deze zomerserie voor Petrus neemt ze je mee op pad. 

God zei: ‘Laat het water onder de hemel naar één plaats stromen, zodat er droog land verschijnt.’ En zo gebeurde het. Het droge noemde Hij aarde, het samengestroomde water noemde Hij zee. En God zag dat het goed was. (Genesis 1:9-10

Uit zee land maken, Nederlanders doen het al eeuwen. Met kwelderwerken, gemalen en dijken, en sinds de vorige eeuw ook door het opspuiten van zand. Zo werden de Eerste en Tweede Maasvlakte gemaakt, nieuw land voor de haven van Rotterdam. Maar juist die nieuwe Maasvlaktes hebben een heel oude geschiedenis: in het zand zitten fossielen, zoals mammoettanden en mensen- en dierenbotten van tienduizenden jaren oud. Hoe komen die fossielen daar terecht? Als Theoloog der Nederlanden ga ik op een zonnige middag op onderzoek uit met ‘fossielenjutter’ Walter Langendoen. 

Oude resten 

Walter was 12 jaar geleden een van de eerste ‘fossielenjutters’ op het Maasvlaktestrand. Inmiddels werkt hij als voorlichter bij Futureland, het voorlichtingscentrum van de Rotterdamse haven. Hij vertelt dat bij het opspuiten van de Tweede Maasvlakte zand uit de Noordzee werd gebruikt. Dit werd gewonnen uit een zandwinput van 20 meter diep, 40 meter onder de zeespiegel, uit een gebied dat we ‘Doggerland’ noemen en dat ooit bewoond was. Tussen de zandlagen zitten resten van mensen, dieren en planten uit de periode van 12.000 tot 6.000 jaar voor Christus. 

Als volgende generaties terugkijken op wat wij geschapen hebben, zullen zij dan zeggen ‘dat het goed was’?

Anders gaan kijken 

In 2014 vond Walter stukjes bot. Dat was, zonder dat hij het in eerste instantie doorhad, groot nieuws. Het bleek om schedelfragmenten van een mens te gaan, vermoedelijk een vrouw, die hier zo’n 9.600 jaar geleden leefde. De prehistorische informatie doet me een beetje duizelen: al zoveel jaren hebben mensen en dieren een verbinding met dit gebied. 

Laarzen aan en het strand op dus. Het duin waar we op staan is 14 meter boven NAP, terwijl dit 20 jaar geleden nog 32 meter lager lag, onder water. Vandaag hebben we een leeg strand voor onszelf. Hoewel, leeg is het dus juist nooit, laat Walter zien. “Ik ben echt anders gaan kijken naar het strand. Daar, sporen van een vos. En hier liggen lege haaieneieren, door de wind het duin op gewaaid. Daar waar andere mensen leegte zien, zie ik alleen maar leven.” 

Theologische vragen 

Het zoeken naar fossielen brengt me bij allerlei vragen over het Nederlandse land, in de haven van Rotterdam, die we hier vanaf het strand vreemd genoeg nauwelijks zien. Wie bepaalt eigenlijk of er land bijkomt of weggaat? Wie maken het heden en het verleden van het land op deze plek? De archeologische resten uit de Noordzee zetten me ook stil bij onze eigen toekomst: zullen onze steden ook ooit op deze manier vergaan? En het brengt me bij theologische vragen. Nieuw land scheppen komt met verantwoordelijkheden; hebben we die scherp in beeld? En als volgende generaties terugkijken op wat wij geschapen hebben, zullen zij dan zeggen ‘dat het goed was’?  

De prehistorie in mijn hand 

Terug naar de kust. Ik volg Walter die zigzaggend, blik naar beneden, de vloedlijn volgt. Ik pak schelpjes op, stukjes hout en steen, en hier en daar wat scheepsafval zoals steenkool of een elektriciteitsdraad. Met een snelle blik analyseert Walter mijn vondsten: “Dit is versteend hout, ook duizenden jaren oud, maar nee, geen bot.” En dan is het toch raak: we hebben een stukje eeuwenoud dierenbot in handen en later een versteend stukje ivoor van een mammoetslagtand.  

Ineens ligt de prehistorie in mijn handpalm. “Je mag het meenemen hoor”, zegt Walter, “we vinden hier genoeg van.” Voor hem is het niet zo bijzonder meer, maar eenmaal thuisgekomen krijgen de stukjes tand en bot een speciaal plekje in de kast. Gevonden, op droog land. 

Prof. Dr. Mirella Klomp
Prof. Dr. Mirella Klomp

is een Nederlandse protestantse (lutherse) theoloog en predikant, gespecialiseerd in praktische theologie. Zij is tevens predikant in de Protestantse Kerk in Nederland, en momenteel 'Theoloog der Nederlanden'.