Al heeft Hij ons verlaten,
Hij laat ons nooit alleen.
Wat wij in Hem bezaten
is altijd om ons heen
als zonlicht om de bloemen,
een moeder om haar kind.
Teveel om op te noemen
zijn wij door Hem bemind.
Al is Hij opgenomen,
houd in herinnering,
dat Hij terug zal komen,
zoals Hij van ons ging.
Wij leven van vertrouwen,
dat wij zijn majesteit
van oog tot oog aanschouwen
in alle eeuwigheid.
Tekst: Jan Willem Schulte Nordholt
Melodie: Bartholomäus Gesius/Georg Philipp Telemann – ‘Befiehl du deine Wege’
Tekst: © Interkerkelijke Stichting voor het Kerklied (ISK)
Toegelicht: Al heeft Hij ons verlaten
(door dr. Oane Reitsma, predikant van de Protestantse Gemeente Enschede)
Hemelvaartslied
Wat blijft er achter als een geliefde is heengegaan? Van alles wat ons aan hem of haar herinnert. Eigen herinneringen. En een verlangen, misschien hoop of verwachting, om elkaar ooit weer in de armen te kunnen sluiten. Wat blijft er achter als de Mensenzoon ten hemel gevaren is? Feitelijk hetzelfde, al heeft dat theologisch diepere noties. Dit lied brengt die gevoelens onder woorden.
Aanwezig
Als een geliefde ons heeft verlaten, blijft er, zolang we ons hem of haar herinneren, ook iets van ‘aanwezigheid’. Niet meer fysiek, maar wel een gevoel van verbondenheid. Alles doet ons aan hem of haar herinneren. In dit lied is dat ook zo: ‘wat wij in Hem bezaten is altijd om ons heen’. Dat wordt echter vooral verbonden met een beeld uit Gods schepping (zonlicht om de bloemen) en vooral met het begrip liefde. Want overal waar zorg voor elkaar en liefde is, als die van een moeder voor haar kind, is Hij aanwezig. Het rouwproces is troost geworden en die duurt nog altijd voort. Na Zijn heengaan valt het kwartje: ‘wij zijn door Hem bemind’, niet in de steek gelaten.
Vertrouwen
Het tweede couplet van het lied richt zich volledig op het weerzien. Handelingen 1:11 klinkt hierin door, waar twee mannen in witte gewaden tegen de leerlingen zeggen: ‘Wat staan jullie naar de hemel te kijken? Deze Jezus, die uit jullie midden in de hemel is opgenomen, zal op dezelfde wijze terugkomen als jullie Hem naar de hemel hebben zien gaan.’ (NBV) Dit wordt eschatologisch doorgetrokken met ‘dat wij zijn majesteit van oog tot oog aanschouwen in alle eeuwigheid.’ Maar het eerste couplet liet nou juist zien dat die hemel niet ver weg is, maar altijd om ons heen in de liefde.