Iedereen zoekt U, jong of oud,
speurend langs allerlei wegen:
kronkelig, vreemd, of recht, vertrouwd –
Meester, waar kom ik U tegen?
Eens vindt U ons, bij dag of nacht,
moe van onszelf en zonder kracht,
dorstend naar liefde en zegen.
Volgen wij, Heiland, niet uw spoor:
laten wij anderen bloeden,
geven wij pijn en angsten door -
neem ons dan onder uw hoede.
Spreek uw genezend woord vol macht,
dan krijgt ons leven nieuwe kracht.
Spreek, dan keert alles ten goede.
Heer, als ons denken U ontkent,
kan ons de leegte benauwen.
Als onze hand uw schepping schendt,
wilt U ons dan nog vertrouwen?
Twijfel of hoogmoed, onverstand –
neem ons, uw mensen, bij de hand.
Laat ons uw schoonheid aanschouwen.
Koning, uw rijk is zo nabij -
open mijn ogen en oren!
Onrustig is mijn hart in mij,
totdat het nieuw wordt geboren.
Daarom zoekt U elk mensenkind.
Zoek, herder, mij, opdat ik vind
en steeds meer bij U zal horen.
tekst: Emiel Liedgren – ‘Mästare, alla söka dig’, vertaling Gert Landman
melodie: Ludvig Mathias Lindeman – ‘Kirken den er et gammelt Hus’
© vertaling: BV Liedboek
---
Toegelicht: Iedereen zoekt u!
(door dr. Oane Reitsma, predikant van de Protestantse Gemeente Enschede)
Zoeken
In Lucas 4:42 zoeken de mensen Jezus. In Johannes 1:38 vragen ze zelfs waar Hij logeert. En in Johannes 7:6 zegt Jezus profeterend: ‘U zult me zoeken, maar niet vinden.’ Deze verhalen zijn metaforisch voor alle mensen die Jezus (of God, of het geloof) zoeken. In seculiere tijden laat Hij zich nog moeilijker vinden, lijkt het wel. Zestig procent van de dalende ledenaantallen in de Protestantse Kerk is toe te schrijven aan jongvolwassenen die actief de kerk verlaten – gelukkig laat het geloof zich overigens ook daarbuiten vinden. Maar feit is dat veel mensen zoekende zijn met hun geloof of levensoriëntatie. Dat maakt dit lied heel actueel.
Jong en oud
De vorige versie van dit lied (Liedboek 1973) zei: ‘Ouderen gaan rustig, welbereid, jongeren aarzelend u tegen.’ Dat past echter niet meer bij deze tijd en zo was de oorspronkelijke Zweedse tekst ook niet bedoeld. Voor veel ouderen is het geloof, net als voor jongeren, niet (meer) vanzelfsprekend. Mensen, oud en jong, zoeken in hun spiritualiteit, levensoriëntatie en geloof langs ‘kronkelige, vreemde of recht vertrouwde’ wegen. Heel vaak ligt de betekenis niet in het ‘vinden’ van Christus (of het geloof), maar in de zoektocht zelf. Het leven is een pelgrimage, waarin we onderweg veel ervaring opdoen. Waar de weg zelf belangrijker is dan het doel.
Omkering: zoeken en vinden
Mooi in het eerste couplet is de omkering ‘Eens vindt u ons’: het zijn de mensen die zoeken, maar het is Christus die vindt. Hij zoekt óns op als wij het pad bijster zijn en niet meer weten waar het te zoeken. Ooit vinden we bij Hem de rust, als hij ons de ogen geheel opent voor de nieuwe wereld van God. Couplet 4 refereert hier aan Augustinus’ beroemde zin: ‘Onrustig is mijn hart in mij totdat het rust vindt in U.’
Heiland, Heer, Koning, Herder
Het lied refereert aan verschillende beelden die de evangelisten op Jezus toepassen. De Heiland die helend (genezend) werkt (couplet 2); de Heer die als een redder in de wereld kwam (couplet 3); de Koning die heerschappij voert over het komende vrederijk (couplet 4); en de Herder die ons blijft zoeken als wij verdwaald zijn (eveneens couplet 4). Met die laatste zin is de cirkel weer rond: élk mensenkind zoekt, totdat hij zelf wordt gevonden. In zijn zoektocht zal hij, ook als hij denkt steeds verder te verdwalen, ongemerkt ‘steeds meer bij Hem gaan horen’. Twijfel en zoeken zijn niet tegengesteld aan geloof, ze horen erbij. Sterker nog: zonder zoektocht en zonder twijfel bestaat er geen geloof. Zo toont dit mooie, klassieke kerklied.
Bekijk of lees ook de overdenking van ds. Csongor Kelemen: