Joodse en Palestijnse kinderen in Israël komen elkaar in het dagelijks leven bijna niet tegen. Door het gescheiden onderwijs leren ze elkaars cultuur en gebruiken niet kennen. Door de jarenlange oorlog in hun land zien ze elkaar eerder als ‘bezetter’ of ‘terrorist’ dan als medemens.
Nader tot elkaar
Het ontmoetingsprogramma van het Rossing Center for Education and Dialogue wil aan deze negatieve stereotypen een einde maken. In dit programma bezoeken Joodse en Palestijnse scholen elkaar in de klas en leren spelenderwijs over elkaar geschiedenis, tradities en identiteit. “Ieder jaar brengen we zo’n 800 Joodse en Palestijnse jongeren nader tot elkaar”, vertelt John Munayer van het Rossing Center. “De kinderen ontdekken dat hun leeftijdsgenoten uit de andere groep heel aardig zijn. Het contrast tussen hun eigen ervaring en het beeld dat de media schetsen is groot. Kinderen leren elkaar zonder vooroordeel te benaderen.”
De meest vormende manier van leren is ontmoeting, is de stelregel van het Rossing Center. “Ontmoeting maakt meestal een einde aan negatieve stereotypen”, aldus Munayer. “Kinderen ontdekken dat de ander net zo is als zijzelf. Het zijn kinderen met dezelfde interesses. Hoe meer ze de ander leren kennen, hoe meer overeenkomsten te zien, ondanks de verschillen.”
Elkaars hulp nodig
In het ontmoetingsprogramma bezoeken Joodse en Palestijnse kinderen een aantal keren elkaars scholen, maar gaan ze ook gezamenlijk naar een synagoge, kerk en moskee. Zo leren ze ook elkaars religie en gebruiken beter kennen. Op een scholendag in Shoham, georganiseerd door het Rossing Center, kwamen een Palestijnse en een Joodse klas voor de tweede keer bij elkaar. Een Palestijns meisje vertelt: “Ik vond het eerst wel spannend om naar deze school te gaan. Gelukkig had ik de Joodse kinderen al een keer eerder gezien. Ik vind ze echt aardig.” De kinderen ontmoetten elkaar dit keer in de Joodse school. Met kleurige vlaggen staan de Joodse kinderen klaar om hun Palestijnse leeftijdsgenoten te ontmoeten. Ze voeren een dans op en dan zijn er muffins en chocomel. Daarna gaan de kinderen in twee groepen uiteen en moeten ze hun naam op een etiket schrijven, in het Hebreeuws en in het Arabisch. “Dat gaat niet vanzelf. De kinderen hebben elkaars hulp nodig om dit in beide talen op te schrijven.”
Groeiend vertrouwen
Vervolgens krijgen de kinderen een A4’tje met vragen die ze aan de andere groep moeten stellen. Bijvoorbeeld: ‘Vraag iemand in de andere groep naar de naam van zijn langste vriend’ of ‘Zoek iemand in de andere groep die van pizza houdt’. De kinderen lopen flink heen en weer, ze vragen en praten. Munayer: “Een goede manier om het ijs te breken. Daarna eten de kinderen gezamenlijk en spelen tijdens de pauze samen buiten. Er wordt gedanst, gevoetbald, en op het klimrek worden de nieuwste kunsten vertoond.”
De kinderen hebben allemaal iets meegebracht dat verwijst naar een ritueel dat zij zelf vieren. In kleine groepjes laten ze elkaar deze voorwerpen zien en vertellen erover. Een Joods meisje heeft een wijnbeker voor de sabbat meegenomen, een Palestijns meisje een foto van haar eerste communie, een Joodse jongen een keppeltje en een Palestijnse jongen een kleine djembé waar ze op spelen bij bruiloftsfeesten. Munayer: “We vinden het heel belangrijk dat de kinderen weten welke rituelen belangrijk voor de ander zijn. Het is goed om te zien dat het vertrouwen tussen de kinderen op deze manier groeit. Iedereen is enthousiast.”
Steun dit werk
In het ontmoetingsprogramma van het Rossing Center leren Joodse en Palestijnse leerlingen uit de hoogste klassen elkaar kennen en met elkaar omgaan. Dit doet het Rossing Center door op scholen ontmoetingen tussen Joodse en Palestijnse leerlingen te organiseren. Ze krijgen speciale lessen, nemen plaats in ontmoetingsgroepen, en leren elkaar kennen tijdens de zomervakanties. Dat is niet alleen belangrijk voor de kinderen zelf maar voor de hele Israëlische samenleving. Kerk in Actie steunt dit belangrijke werk. Zondag (26 september) wordt landelijk gecollecteerd voor dit project.