Het is misschien een vertrouwd gezicht: een kruis in kerken, op begraafplaatsen, aan een kettinkje om iemands nek. Maar eigenlijk is het een gruwelijk symbool. Een kruisiging was tenslotte een manier waarop Romeinen hun niet-Romeinse veroordeelden terechtstelden.
Schandpaal
In het Romeinse Rijk staan bij iedere stad wel kruisen langs de weg opgesteld. De veroordeelden die hieraan zijn opgehangen, wacht een langzame, pijnlijke dood. Die duurt uren, en soms zelfs dagen. Publiek kan de doodsstrijd van dichtbij bekijken. Het kruis is dus martelwerktuig en schandpaal tegelijk.
In die tijd zijn verschillende soorten kruisen in gebruik: niet alleen de vierarmige (Latijnse) kruisen, maar ook palen, kruisen in de vorm van een T en andreaskruisen, X-vormige kruisen die later hun naam krijgen doordat de apostel Andreas aan zo’n kruis genageld zou zijn.
Volgens berekeningen wordt Jezus in het jaar 33 gekruisigd. Zijn volgeling Petrus wordt volgens de overlevering tijdens de heerschappij van keizer Nero (54-68) ook gekruisigd. Met het hoofd omlaag, omdat hij zichzelf niet waardig acht om precies als Jezus gekruisigd te worden.
Symbool
Aanvankelijk gebruiken de eerste christenen niet het kruis als symbool, maar een vis, inmiddels bekend als het Ichthus-teken. Pas nadat keizer Constantijn de Grote, de eerste christelijke Romeinse keizer, in 315 het kruisigen verbiedt, associëren christenen het kruis gaandeweg alleen nog maar met de kruisdood van Jezus Christus. Daardoor groeit het kruis langzaam uit tot hét symbool van het christendom.
In kerken komen kruisen mét een Jezusfiguur te hangen, om te wijzen op het lijden dat Hij heeft doorstaan. Na de Reformatie kiezen protestantse kerken er op den duur voor om de nadruk meer te leggen op de opstanding. Het lege kruis staat daardoor niet meer alleen symbool voor het lijden, maar ook voor de dood die verslagen is, verlossing, liefde, nieuw leven.
Deze tekst is afkomstig uit de Canon van het Nederlandse protestantisme. Je kunt het boek hier bestellen.
Lees ook:
Tekst: Marusja Aangeenbrug | Foto: Aart Sliedrecht