Israëlzondag heeft zijn wortels in de jaren nét na de Tweede Wereldoorlog, waarin miljoenen Joden werden vermoord tijdens de Holocaust. In 1948 wordt de staat Israël gesticht, in het gebied dat dan nog Palestina heet. Het idee van een eigen staat werd eind 19e eeuw populair onder Joden in de diaspora, vooral in landen waar ze te maken hadden met antisemitisme.
In 1949 roept de hervormde synode 2 oktober uit tot Israëlzondag. Waarom? Ten eerste om de liefde voor het volk Israël te uiten. En daarnaast om op een vaste dag te kunnen nadenken over de relatie van de kerk met Israël, en om dan in gebed speciaal stil te staan bij het volk Israël.

Vragen
Vanaf het begin roept Israëlzondag ook vragen op. Is zo’n speciale dag theologisch gezien wel nodig? Christenen en joden bidden toch tot dezelfde God? En is de kerk niet altijd al bezig met Israël, aangezien zij haar liturgie grotendeels heeft overgenomen uit het jodendom? Toch houdt de kerk eraan vast, vanuit het besef dat ze niet zonder Israël en zijn erfenis kán.
Lastige onderwerpen
De relatie tussen de kerk en Israël roept ook politieke discussie op: in hoeverre steunt de kerk de staat Israël in het Israëlisch-Palestijnse conflict? Voor de Protestantse Kerk is het belangrijkste om in gesprek te blijven. Kerk & Israël, onderdeel van de Protestantse Kerk, onderhoudt daarom contacten met allerlei Joodse partners, zoals het Centraal Joods Overleg (CJO). Het doel: leden van de Protestantse Kerk kennis laten maken met de joodse wortels van hun geloof. Maar óók: de gesprekken over lastige onderwerpen gaande houden – zoals het conflict tussen Palestina en Israël, of antisemitisme.
Dit is een artikel in de serie #protestants. Lees ook:
Tekst: Keren de Krijger | Foto: Keren de Krijger (kop) en Wikipedia.