Deze overdenking komt uit de laatste aflevering van 'Petrus in het land' (12 maart, KRO-NCRV). De hele aflevering terugkijken? Ga dan naar NPO Start.
‘Dit schilderij heet ‘Het verlangen naar stilte’. En verlangen naar stilte is iets wat ik als stadsdominee veel tegenkom, want stilte is een schaars goed geworden. Het is hier verbeeld als een lange baan wit hemels licht, met een gouden randje eromheen. Het breekt door de aardse bruin-rode kleuren heen. Het duwt het zwart, de donkere kleuren, helemaal naar de hoeken. Er staan woorden geschreven en er is een bladzijde uit een oude bijbel gescheurd. Er staat ‘geest’, ‘liefde’, ‘God’ en ‘Heer’.
Al die mooie woorden, de verhalen, de gedichten in de Bijbel: ze kunnen een levend woord van God voor je worden. Maar het kan ook dat je verstrikt raakt in die woorden. Dat ze helemaal geen levend woord van God voor je worden, maar je niks meer zeggen. ‘Spreek me niet van de liefde’, bitste een vrouw tegen mij wiens vertrouwen beschaamd was. ‘Ik kan het niet meer horen, ik geloof er niet meer in.’ Over woorden die niet meer werken, schreef Gerrit Achterberg een klein gedichtje.
Ik kan alleen woorden ontmoeten, u niet meer.
Maar hiermee houdt het groeten aan, zoozeer,
dat ik wel moet gelooven dat gij luistert;
zooals ik omgekeerd uw stilte in mij hoor.
Dat kan in het geloof ook zo zijn: dat je woorden ontmoet, maar dat je God er niet meer in vindt. Dan zijn het alleen maar oude woorden. Maar ook als jij God niet meer vindt is dat nog niet het einde van het verhaal. God vindt jou, en Hij luistert. Daarom is het zo stil. Het is geen leegte of godverlatenheid, Hij luistert. Hij heeft vertrouwen in ons. Hij schrijft niet precies voor hoe je moet leven, wat je moet doen, hoe het in elkaar zit. Hij laat ons de ruimte en luistert ons in Zijn liefde tevoorschijn. Daar heeft Hij alle vertrouwen in.
Misschien verlang je naar stilte omdat je leven hectisch is, of verlang je naar rust in je hoofd omdat je gedachten maar blijven malen. Zeker na twee jaar corona met alle angsten, zorgen, eenzaamheid, onenigheid, hebben we het nodig om weer tot onszelf te komen. Tot rust te komen. Om ons zo open te stellen voor elkaar. Daarom is het goed dat er plaatsen van stilte zijn, ook hier midden in de stad. Plaatsen waar je mag binnenkomen zoals je bent, en waar geluisterd wordt. Waar God je misschien groet, misschien hoor je Zijn stem in de stilte. Met kleuren en geuren, met bloemen en muziek. En Hij zegt: ‘Jij, jij mens van me. Wie ben je ten diepste? Wat doe je? Wat zoek je?’