Dat aartsvader Jakob, op de vlucht voor zijn broer Esau, ’s nachts in het veld een steen als hoofdkussen uitzoekt, heb ik de afgelopen week pas goed begrepen. Toen ik de aangrijpende beelden zag van de vluchtelingenstromen uit Oekraïne.
Vrouwen, kinderen en ouden van dagen die een goed heenkomen zoeken. Mannen die hen begeleiden, ondersteunen, in een winkelwagen of ander voertuig voortduwen, dragen soms, zo zorgzaam als zij kunnen. De last die zwaar, en de wanhoop die nabij is.
Mijn hoofd weet: zo is een oorlog, dit is van alle tijden. Deze vluchtelingen zijn niet anders dan de vertwijfelden die eerder vluchtten voor de oorlogen in Syrië, Irak, Jemen en Afrika. Maar mijn hart voelt dit anders.
Dit is dichtbij, dit zijn mensen die vrijwel onze buren zijn, dit is een samenleving die bijna de onze is, dit kruipt mij onder de huid. Het beeld van zwakken en verzwakten die langs de resten van een kapotgeschoten brug de rivier over strompelen, is hartverscheurend.
Ik zie een foto van een groepje vermoeide vluchtelingen die tegen een rotsmuur uitrusten, het hoofd vermoeid leunend tegen de stenen. Dan moet ik denken aan Jakob die in de nacht uitgeput een steen zoekt om het hoofd tegenaan te leggen.
Hij doet dat niet omdat een steen zo’n goed alternatief is voor een hoofdkussen, maar omdat hij geen andere plek heeft om het hoofd neer te leggen. De vossen hebben holen, de vogels nesten, Jakob heeft enkel deze steen. Dit is wat vluchten is.
Vervolgens, steenhard of niet, valt Jakob in slaap. En hij droomt: Op de aarde staat een ladder met het uiteinde in de hemel. Langs deze ‘Jakobsladder’ dalen engelen neer op de aarde en klimmen zij weer omhoog tot in de hemel.
De mooiste uitleg die ik ken: Zij, de boodschappers van de lieve Heer, brengen de wanhoop, de pijn en het verdriet van vader Jakob omhoog naar de hemelse vader, en brengen de ontferming en de troost van de lieve Heer weer naar Jakob beneden.
Dan wordt Jakob bemoedigd wakker, zet de steen waar zijn hoofd op rustte rechtop, zalft hem met olie, en geeft die eenzame plaats van wanhoop een nieuwe naam: ‘Bethel – huis Gods’. Waarlijk, de Heer was op deze plaats, en ik heb het niet geweten.
Dan vervolgt Jakob zijn vlucht, komt aan in den vreemde, en wordt gastvrij ontvangen door zijn familie en vrienden daar. Wat zou de ontferming van de lieve Heer in de hemel zijn, zonder het mededogen van zijn lieve kinderen op aarde?
Jakobs vlucht en de gastvrijheid die hem geboden wordt, is slechts het begin. Daarna volgen hoofstukken lang verhalen over wrijving, misverstand, en wat niet al. Maar uiteindelijk keert hij in vrede naar huis terug.
Ik hoop altijd dat hij op de terugweg nog even langs Bethel is gegaan. Daar waar zijn hoop en zijn moed opnieuw begonnen zijn.
Weten wat je kunt doen voor Oekraïne? Ga naar kerkinactie.nl/oekraine.
Lees ook: