Gij die weet wat in mensen omgaat
Aan hoop en twijfel,
Domheid, drift, plezier, onzekerheid.
Gij die ons denken peilt
En ieder woord naar waarheid schat
En wat onzegbaar is onmiddellijk verstaat.
Gij toetst ons hart
En Gij zijt groter dan ons hart.
Op elk van ons houdt Gij uw oog gericht.
En niemand, of hij heeft een naam bij U.
En niemand valt of hij valt in uw handen
En niemand leeft of leeft naar U toe.
Maar nooit heeft iemand U gezien.
In dit heelal
Zij Gij onhoorbaar. En diep in de aarde
Klinkt uw stem niet. En ook uit de hoogte niet.
En niemand die de dood is ingegaan
Keerde ooit terug, om ons van U te groeten.
Aan U zijn wij gehecht. Naar U genoemd.
Gij alleen weet wat dat betekent. Wij niet.
Wij gaan de wereld door met dichte ogen.
Maar soms herinneren wij ons een naam,
Een oud verhaal, dat ons is doorverteld,
Over een mens die vol was van uw kracht,
Jezus van Nazareth, een jodenman.
In hem zou uw genade zijn verschenen,
Uw mildheid en uw trouw.
In hem zou, voorgoed,
Aan het licht gekomen zijn
Hoe Gij bestaat: weerloos en zelveloos,
Dienaar van mensen.
- Huub Oosterhuis: Van u is de toekomst. Kome wat komt.