Mijn moeder hield vroeger grote schoonmaak, bij voorkeur voor Pasen. Het hele huis ging op de kop. Boeken, vloerkleden, gordijnen en wat niet al werd van de vloer tot aan de zolder grondig gereinigd.
Het exodusverhaal neemt de grote schoonmaak bijzonder ernstig: ‘Geen stukje oud brood, geen voedselrest zal er meer in jullie huizen en kasten gevonden worden. Zelfs jullie brood zullen jullie niet met zuurdesem, een brokje oud zuur geworden brood, laten rijzen.’
Hier zit een diepe, oude waarheid in. Een restje oud zuur ergens in een verscholen hoekje van je hoofd of je hart kan je leven verzuren. Een beetje boosheid of wrok kan de band met de ander aantasten. Gods maaltijden hebben een schone lei nodig.
Om bij stil te staan
Voor in je binnenkamer: zoek het oude zuur, stof het af, ruim het op, of leg het stil neer voor God.