Deze psalm nodigt ons uit stil te zijn bij God. Als een refrein klinkt: Hij is mijn rots en mijn redding. Vers 9 zegt: ‘Vertrouw op Hem, te allen tijde.’ Open voor Hem je hart. Dat is nogal wat. Het is een uitnodiging voor deze Veertigdagentijd, om stil te worden bij Hem. En ons hart voor Hem te openen. Alles wat in ons leeft mogen we bij Hem brengen. Alles wat mooi is en wat niet mooi is. Deze tijd is een tijd van inkeer, terug naar de kern. Waar draait het om in mijn leven? In vers 11 horen we: ook al groeien geld en goed, houd je hart er vrij van. Gaat het niet juist daarom: dat we ons hart vrij houden, of vrij maken? Vrij van wat mij in zijn greep houdt? Van waar ik aan vastzit?
Vraag
Wat houdt jou meer in de greep dan goed voor je is? Kun je je daar vrij van maken?
