De winter is de tijd van het diep verborgen ontkiemen in het donker. De lente is de tijd van nieuw leven, van uitbotten, bloeien en vrucht dragen. De kracht van de lente is niet onze vitaliteit, onze kiemkracht en inzet, maar van Gods Geest die leven doet. De diepste dingen van het leven zijn veel meer een geschenk dan dat wij ze organiseren. We leven van genade. Enkel van wat God ons geeft.
Lied 982, coupletten 1 en 3
In de bloembol is de krokus,
in de pit de appelboom,
in de pop huist een belofte:
vlinders fladderen straks rond.
In de koude van de winter
groeit de lente ondergronds,
nog verborgen tot het uitkomt,
God ziet naar de schepping om.
In ons einde is de aanvang,
in de tijd oneindigheid,
in de twijfel ligt geloven,
in ons leven eeuwigheid,
in de dood het nieuwe leven,
overwonnen alle strijd,
nog verborgen tot het uitkomt,
God alleen herkent die tijd.
Dit is een video van de scriba in de serie Protestants Perspectief. In deze serie reflecteren scriba en preses op actualiteiten in kerk en samenleving.